Home

Indicatoren

Financiële indicatoren

Inleiding
In de financiële verordening die in december 2020 door PS is vastgesteld is aangegeven dat Provinciale Staten in de kadernota de signaleringswaarden vaststelt voor een 5-tal financiële indicatoren. Bij iedere indicator leveren GS een korte analyse over de desbetreffende signaleringswaarde. Als twee of meer signaleringswaarden worden bereikt kunnen Provinciale Staten een uitgebreidere analyse aanvragen of direct maatregelen treffen.
Achtergrond van deze nieuwe artikelen in de financiële verordening is de behoefte om op een gestructureerde wijze de ontwikkeling van de financiële situatie van de provincie Zuid-Holland in de gaten te houden.
De indicatoren die dit moeten bewerkstelligen zijn een mix van al bekende indicatoren die al enkele jaren in de paragraaf Weerstandsvermogen worden weergegeven en nieuwe indicatoren.

In de Kadernota 2024- 2027 is de hoogte van de signaleringswaarde van de voorgestelde indicatoren vastgesteld. Het gaat hierbij om de volgende kengetallen: schuldquote, solvabiliteit, weerstandsvermogen, structurele lasten investeringen, garant- en borgstellingen .

De commissie BBV heeft aangegeven dat het een bewuste keuze is geweest om geen norm op te leggen voor de kengetallen die sinds enkele jaren verplicht worden meegenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen. Een kengetal of de ontwikkeling van een kengetal is een weerspiegeling van het gevoerde beleid. Hierin kunnen bewuste keuzes zijn gemaakt. Bovendien zegt één kengetal op zich niet veel. Het gaat om de onderlinge samenhang van de kengetallen en de uitleg hierbij. Daarnaast staan de verschillende kengetallen niet los van elkaar, een hogere schuldquote betekent bijvoorbeeld vrijwel altijd hogere structurele lasten van investeringen.

De signaleringswaardes worden per P&C product afgezet tegen de gemeten waardes. Waarbij de signaleringswaarde vier keer (kadernota, begroting, voorjaarsnota en najaarsnota) wordt afgezet tegen een begrote (geplande) waarde en één keer (jaarrekening) tegen een gerealiseerde waarde. De verschillen tussen de begrote waardes en de gerealiseerde waardes bleken de afgelopen jaren substantieel te zijn. Het verschil tussen de begrote waardes en de gerealiseerde waardes vraagt om aandacht omdat het mogelijk de discussie over de uitkomsten van de signaleringswaardes vertroebeld. Als het verschil tussen de begrote waardes en de gerealiseerde waardes afnemen neemt ook de informatiewaarde toe van de signaleringswaardes.

Omdat de gemeten waardes zo veranderen gedurende een begrotingsjaar kan dit ertoe leiden dat op basis van de begrote cijfers de vast te stellen signaleringswaardes per definitie overschreden worden, terwijl op basis van de uiteindelijke realisatiecijfers de signaleringswaardes niet bereikt worden. Dit zorgt ervoor dat bij een mogelijke constatering van overschrijding van de signaleringswaarde van twee kengetallen in de begroting of kadernota, als maatregel eerst gekeken moet worden naar de realiteitswaarde van de onderliggende cijfers.

Duiding
Zoals in de financieel samenvatting en begrotingssaldo is toegelicht worden in deze begroting de eerste effecten zichtbaar van het traject begroting in evenwicht (het reële structuele begrotingssaldo). Er zijn veel mutaties opgenomen voor beleidsonderwerpen. Dit omdat deze beleidsonderwerpen structureel van aard zijn en op basis van de huidige kennis over de beleidsonderwerpen er is ingeschat dat het niet reëel is dat de structurele lasten, zonder nadere besluitvorming over het beleid, afnemen. Deze mutaties hebben naast een effect op het structurele begrotingssaldo ook een effect op de financiële indicatoren, in dit geval een negatief effect. Zoals als aangegeven is dit de eerste fase, inzicht. Voor de komende begrotingen zal er bijgestuurd moeten worden om te komen tot een reëel en structureel begrotingsevenwicht en daarmee zullen ook de financiële indicatoren weer verbeteren.

Deze pagina is gebouwd op 11/09/2023 16:16:53 met de export van 11/09/2023 16:01:05