Inleiding
Daar waar provinciale beleidsambities overlappen met EU-beleid, vormen EU-subsidies een belangrijke financieringsbron voor de realisatie hiervan. Deze paragraaf biedt een financieel overzicht van alle EU-subsidieprogramma’s waarin de provincie een formele rol vervult. De verantwoording van de inhoudelijke resultaten van de besteding van EU-middelen en deelname aan EU-projecten verloopt via de corresponderende beleidsambities, zoals opgenomen in deze begroting.
De impact van EU-subsidies op onze regio is niet te onderschatten. Via de EU-subsidiemonitor maakt de provincie jaarlijks inzichtelijk hoeveel EU-middelen er bij Zuid-Hollandse partners landen én aan welke maatschappelijk thema’s deze middelen worden besteed. De monitor EU-middelen provincie Zuid-Holland peildatum 1 maart 2022 is beschikbaar op de website https://www.zuid-holland.nl/onderwerpen/internationaal/europese-subsidies/. Zo hebben in de afgelopen EU-programmaperiode (2014-2020) 2497 unieke Zuid-Hollandse partners deelgenomen aan in totaal 5470 EU-projecten. Gezamenlijk hebben deze partners in totaal ruim € 2,5 mld (indien wordt gecorrigeerd voor de TNO-vestigingen buiten Zuid-Holland en de Rijksoverheid valt dit bedrag circa 20% lager uit) aan EU- middelen ontvangen.
De huidige EU-programmaperiode (2021-2027) is inmiddels in volle gang. In 2024 worden voor alle EU-subsidieprogramma’s openstellingen verwacht. Naar verwachting zal de provincie in december 2023 tevens een eerste EU-subsidiemonitor beschikbaar stellen om te peilen hoe Zuid-Hollandse partners het deze periode doen. In de provinciale begroting worden de totale baten van EU-subsidies maar in beperkte mate zichtbaar. Dit komt omdat de provincie bij de meerderheid van EU-subsidieaanvragen door Zuid-Hollandse partners niet direct bij de aanvraag of het programma betrokken is. Deze middelen raken de provinciale begroting niet.
De mate waarin de provincie bij het verwerven van EU-subsidies is betrokken verschilt per programma. Bij de meeste programma’s heeft de provincie weinig tot geen invloed op hoe de middelen worden besteed, maar er bestaan ook EU-subsidieprogramma’s waar de provincie zelf op de middelen stuurt. Er zijn vier rollen voor de provinciale betrokkenheid te definiëren, die hieronder beknopt staan omschreven. De provinciale invulling van deze rollen wordt in het vervolg van de paragraaf nader toegelicht.
1. Beslisser
Bij een aantal EU-subsidieprogramma’s voert de provincie regie op het programma en beslist zij zelf over de besteding van de beschikbare middelen. Binnen de kaders van het betreffende EU-programma kan de provincie zelf de subsidieopenstellingen vormgeven. De EU-middelen binnen deze programma’s vormen daarmee een aanvulling of multiplier op de beschikbare provinciale middelen voor de realisatie van beleidsambities.
2. Adviseur
De provincie bekleedt bij verschillende Interregprogramma’s een adviesfunctie in de uitvoering van het programma. De provincie stuurt niet direct op de middelen binnen deze programma’s, maar treedt op als liaison tussen het programma en de partners in het veld. Hierdoor is sprake van een grote betrokkenheid bij de werving en selectie van projecten binnen deze programma’s.
3. Aanjager in de regio
Om als regio optimaal gebruik te maken van de financieringsmogelijkheden die de EU biedt, stimuleert en ondersteunt de provincie externe partners bij het verwerven van EU-middelen. Dit doet de provincie o.a. door het aanbieden van een EU-academie, een cofinancieringsregeling, een call kalender en het organiseren van een Regionaal Afstemmingsoverleg Europese Fondsen (RAEF).
4. Deelnemer aan EU-projecten
De provincie kan als organisatie ook zelf subsidie aanvragen bij EU-programma’s voor de uitvoer van bepaalde activiteiten. Hiervoor moet de provincie als partner deelnemen aan een project.