Toelichting op de heffingen
Grondwaterheffing
Op grond van de Omgevingswet en de Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland heft de provincie een belasting per kubieke meter onttrokken grondwater. Het tarief van de heffing is zodanig vastgesteld dat de opbrengst de gemaakte kosten niet te boven gaat. Het tarief bedraagt € 0,005 per kubieke meter onttrokken hoeveelheid water.
Leges Bouwactiviteiten
De provincie is verantwoordelijk voor de behandeling van aanvragen omgevingsvergunningen en het toezicht hierop even als de behandeling van meldingen op basis van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bkl) voor die bedrijven waarvoor de provincie op grond van de Omgevingswet bevoegd gezag is.
De uitvoering van het bevoegd gezag ligt bij de vijf omgevingsdiensten in Zuid-Holland. De provincie int voor een omgevingsvergunning of een verzoek voor het in behandeling nemen van een melding, waar BRIKS-activiteiten (bouwen, reclame, inritten, kappen, slopen) onderdeel van uitmaken de leges, die hiervoor de kosten moeten dekken.
De leges worden conform de Legesverordening bouwactiviteiten Omgevingswet Zuid-Holland 2024 opgelegd.
De legestarieven mogen maximaal kostendekkend zijn. Provinciale Staten hebben bij de vaststelling van de Legesverordening Omgevingsrecht Zuid-Holland 2020 besloten dat het dekkingspercentage 100% moet zijn. De opbrengsten worden verantwoord bij Beleidsdoel 7-1.
Leges Infrastructuur
Met ingang van 1 januari 2021 is de Legesverordening Infrastructuur Zuid-Holland ingevoerd waarbij leges voor de vergunningverlening door de Dienst Beheer Infrastructuur (DBI) worden geheven. De opbrengsten worden verantwoord bij Beleidsdoel 2-2 Beheer en onderhoud.
De legestarieven mogen maximaal kostendekkend zijn. Uitgangspunt bij de Legesverordening Infrastructuur Zuid-Holland is 100% kostendekkendheid. Daarbij is er wel voor gekozen om kruissubsidiëring toe te passen. Kruissubsidiëring zorgt voor een verschuiving van de kosten van de burgers naar bedrijven. Hierdoor wordt uiteindelijk 66% van de kosten voor vergunningaanvragen betaald door bedrijven en 34% door burgers. Er is ook een meldingsplicht voor vier activiteiten voor Kabels en Leidingen ingevoerd. Deze activiteiten zijn ook het minst ‘belastend’ voor de organisatie. Het is dan ook passend dat deze meldingsplichtige activiteiten niet legesplichtig zijn. De legesinkomsten zullen hierdoor structureel dalen.
Leges Milieubelastende activiteiten
De provincie is verantwoordelijk voor de behandeling van aanvragen omgevingsvergunningen en het toezicht hierop even als de behandeling van meldingen op basis van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor die bedrijven waarvoor de provincie op grond van de Omgevingswet bevoegd gezag is. Met de komst van de Omgevingswet (Ow) kan de provincie leges heffen over het milieudeel van een aanvraag omgevingsvergunning, de zgn. milieubelastende activiteit.
De uitvoering van het bevoegd gezag ligt bij de vijf omgevingsdiensten in Zuid-Holland. De provincie int voor een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit de leges, die de kosten hiervoor moeten dekken.
De leges worden conform de Legesverordening milieubelastende activiteiten Omgevingswet Zuid-Holland 2024 opgelegd.
De legestarieven mogen maximaal kostendekkend zijn. De opbrengsten worden verantwoord bij Beleidsdoel 7-1.
Leges Natuurbescherming
In januari 2017 is de Wet natuurbescherming in werking getreden. Hiermee zijn diverse taken op het gebied van de natuurwetgeving gedecentraliseerd naar de provincies. Provincie Zuid-Holland heft voor een deel van de taken uit de Wet natuurbescherming leges op grond van Legesverordening Wet natuurbescherming Zuid-Holland.
Met de verwachte inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 wordt een voorstel gedaan voor een nieuwe legesverordening. In dit voorstel wordt ook de kostendekkendheid van de leges Natuurbescherming betrokken.
Motorrijtuigenbelasting
Op grond van artikel 222 van de Provinciewet en de Verordening heffing opcenten heft de provincie opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting (mrb). Dit is de enige substantiële algemene belasting die de provincie kan heffen.
De opcenten op de motorrijtuigenbelasting zijn de grootste bron van belastinginkomsten voor de provincie, meer dan 50% van de totale jaarlijkse inkomsten komt uit de heffing. De heffing en inning van de opcenten wordt uitgevoerd door de Rijksbelastingdienst. De geïnde opcenten worden door de belastingdienst maandelijks aan de provincie afgedragen.
Tarief opcenten:
Provinciale Staten stellen jaarlijks het tarief voor de opcenten vast. Het tarief mag het wettelijk maximum niet overschrijden. Dit maximumtarief wordt elk jaar geïndexeerd op basis van de prijsontwikkeling (de zogenaamde tabelcorrectiefactor). Voor het jaar 2024 is het de verwachting dat het maximumtarief door het Rijk wordt vastgesteld op 138,2 (was 125,8).
In deze meerjarenbegroting 2024 wordt het tarief van de opcenten conform Kadernota 2024-2027 geïndexeerd. Voor belastingjaar 2024 wordt daarom voorgesteld het tarief te verhogen met 3 opcenten. Dit betekent dat het nieuwe tarief opcenten voor het jaar 2024 98,7 opcenten bedraagt (was 95,7). Deze aanpassing van het tarief zorgt voor een structurele opbrengststijging van € 11,8 mln. De totaal geraamde opbrengst Motorrijtuigenbelasting voor 2024 bedraagt € 388,3 mln. Het verwachte ongewogen landelijk gemiddelde voor het jaar 2024 bedraagt 87,8 opcenten.
Ontwikkeling wagenpark
De opbrengsten van de opcenten wordt bepaald door het tarief maal de grondslag (de hoofdsom van de MRB). Deze hoofdsom wordt beïnvloed door autonome ontwikkelingen zoals bevolkingsgroei, mate van autobezit en ontwikkeling gemiddeld gewicht per auto, maar ook door wettelijke maatregelen zoals specifieke vrijstellingen.
De afgelopen jaren is het geregistreerde autobezit in Zuid-Holland gestegen maar diverse ontwikkelingen kunnen deze trend beïnvloeden. Het gaat hierbij om de ontwikkeling van leasecontracten, de vrijstellingen op basis van het klimaatakkoord voor elektrische auto’s en de eventuele gevolgen van de stijgende inflatie. Door deze ontwikkelingen is in 2022 de hoeveelheid belastbare auto’s in Zuid-Holland voor het eerst licht gedaald. De volumegegevens waarmee de raming van de opbrengst opcenten is berekend zijn gebaseerd op de gegevens van de Rijksbelastingdienst (stand 2023: 1.610.439 auto’s en 134.377 motoren).
In het klimaatakkoord zijn elektrische personenauto’s tot en met 2024 volledig vrijgesteld van de MRB en daarmee in principe ook van opcenten. Vanaf 2025 betalen EV’s conform dit voorstel ook MRB (afhankelijk van mogelijke stelselwijziging). In deze begroting is rekening gehouden met het gedeeltelijk vervallen van de vrijstelling in 2025 en het volledig vervallen van de vrijstelling vanaf 2026.
Precariobelasting
De provincie heft Precariobelasting ‘voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond’. In de bij de Verordening Precariobelasting behorende tarieventabel zijn de belastbare feiten en tarieven opgenomen.
Conform vastgestelde Kadernota 2024-2027 worden de tarieven per 1 januari 2024 met 3,1% geïndexeerd.