Paragraaf Financiering

Rente

Het aandeel van de schuld op de balans neemt toe, hierdoor ontstaat ook een toename van de rentelasten. De omvang van de totale rentelasten en aflossing samen kan worden afgezet tegen alle inkomsten. De rente en aflossingsverplichtingen zijn gebaseerd op bestaande en in de toekomst te verwachten leningen. De verhouding tussen deze verplichtingen en inkomsten geeft inzicht in het gedeelte waarvoor de inkomsten worden gebruikt. De verwachting is dat in 2024 ongeveer 5,5% van de inkomsten worden gebruikt voor aflossings- en renteverplichtingen van leningen. De percentage loopt in 2027 op tot 11,8%. In 2024 is er een tijdelijke daling in de hoogte van de aflossings- en renteverplichtingen vanwege de afloop van 9 leningen die in 2007 en 2008 zijn aangetrokken en de aanname dat de herfinanciering van deze leningen tegen een lager rentepercentage kan worden gerealiseerd. Daarnaast stijgen de inkomsten van de provincie door een hogere uitkering uit het provinciefonds en door een hogere opbrengst uit de opcenten.
Voor de berekening van de gemiddelde rente voor nieuwe leningen in 2024 is uitgegaan van een percentage van 3,5% (op basis van rentetarieven leningen en deposito’s behorende bij schatkistbankieren). Voor de jaren daarna is gerekend met een lichte daling van het rentepercentage tot 3,0%.

Verhouding tussen aflossings- en renteverplichtingen ten opzichte van de inkomsten

In 2024 bedragen de rentelasten voor lopende en nieuwe leningen in totaal € 11,4 mln. Dit is een lager bedrag dan in 2023. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de herfinanciering van de aflossing van oude leningen  plaatsvindt tegen een lagere rente dan de oorspronkelijke rente. Daarnaast wordt een positief renteresultaat verwacht op het saldo rekening courant bij de schatkist.
Over het eigen vermogen wordt geen rente berekend. De werkelijke rentekosten worden op basis van de boekwaarde op 1 januari van alle vaste activa (inclusief het onderhanden werk) toegerekend aan de programmadoelen.