Paragrafen

Paragraaf Grondbeleid

Grond-voor-grond: verkoop gronden ten behoeve van de realisatie van het NNN

Realisatie en prognose verkoop Grond-voor-Grond (GvG).
Sinds 2014 verkoopt de provincie planmatig de voormalige Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL-gronden) die zijn gelegen buiten het Natuur Netwerk Nederland (NNN). De verkoopplanning is gebaseerd op de uitgangspunten dat vóór 2027 dit voormalige BBL-bezit verkocht dient te zijn en deze vervreemding geen marktprijsverstoring mag veroorzaken. Momenteel wordt deze verkoop getemporiseerd, aangezien GvG-percelen als ruil-/compensatiegronden nodig kunnen zijn voor (andere) provinciale opgaven. Daarom is het de vraag of 2027 het eindjaar blijft en/of delen ‘overgeboekt’ dienen te worden, naar bijvoorbeeld de provinciale grondbank voor het ZH-PLG. Vervolgens kan worden bepaald wat nog resteert binnen het GvG-label, zodat uiteindelijk (op perceelsniveau) een keuze kan worden gemaakt wat nog dient te gebeuren om klaar te zijn vóór 2027. Er kunnen ook kansen bij zitten die vragen om een (langer) herontwikkelings-/verkooptraject.

De GvG-businesscase is geactualiseerd door de gerealiseerde verkoopopbrengsten bij te werken tot 1-1-2023 (in zowel euro’s als vierkante meters). De totale opbrengstpotentie van de GvG-businesscase blijft gelijk. Aan het begin van elk jaar wordt deze analyse opnieuw uitgevoerd, waarbij ook de planning en verkoopstrategie tegen het licht wordt gehouden. Duidelijk dient te zijn of gronden ingezet kunnen worden voor andere provinciale doelen, zoals ruilgrond voor het Natuur Netwerk Zuid-Holland (NN-ZH) of voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) doelen zoals bodemdaling, stikstof en bos- en bomenbeleid. Daarom wordt het resterende GvG-bezit per 1-1-2023 door een externe taxateur opnieuw gewaardeerd - op perceelsniveau - a.d.h.v. de rapportage uit P8 van alle GvG-percelen.

In 2025 zal naar verwachting een groot deel van de vastgoedobjecten (die onderdeel zijn van het voormalig BBL-bezit) verkocht zijn. Door het toekennen van zogenaamde Ruimte-voor-Ruimte rechten (RvR-rechten) en bestemmingsplanwijzigingen wordt de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse sterk verbeterd en is de opbrengst veelal hoger. Desalniettemin wordt binnen de provincie kritisch gekeken naar woningbouw in het landelijk gebied, ook als onder de RvR-regeling ruimtelijke kwaliteitswinst wordt geboekt. Hierdoor kan de verwachte opbrengst onder druk komen.

De totale netto opbrengsten uit verkoop en tijdelijk beheer (d.w.z. minus de risicoafslag en de proceskosten) over de gehele periode bedragen ca. € 160 mln. Tot en met 2022 is daarvan ca. € 135 mln gerealiseerd. Het gerealiseerde deel is dus aanmerkelijk groter dan het nog geprognosticeerde deel (lees: steeds minder risico in absolute termen). Deze geactualiseerde ramingen zijn doorgevoerd in de begroting. Bij de jaarrekening en voorjaars- en najaarsnota zal beoordeeld worden of er argumenten zijn om (de planning van) de opbrengstrealisatie aan te passen, bijvoorbeeld omwille van agrarische grondmarktontwikkelingen.

Als de provincie besluit om bepaalde (GvG-)gronden in te zetten voor andere opgaven, dan zal een verrekening plaatsvinden tussen het betreffende beleidsprogramma en het (GvG-)programma. Dit heeft gevolgen voor de kosten/opbrengsten van het tijdelijke beheer en de fasering van verkoopopbrengsten.Waarderingsbeleid Grond-voor-Grond
De balanspositie van de zogenaamde groene grondvoorraad is verwerkt in de cijfers van de jaarrekening 2022 en is door de externe accountant van de provincie gecontroleerd. Het verschil tussen enerzijds de opbrengsten uit grondverkoop en pacht en anderzijds de risicofactor en de boekwaarde van de verkochte grond, alsmede de proceskosten vormen de dekkingsmiddelen voor de realisatie van NNN-doelstellingen. De voorraad groene grond heeft ultimo 2022 de volgende boekwaarde: de GvG-boekwaarde van ca. € 5,8 mln, plus de NNN-boekwaarde (inclusief weidevogelgronden) van ca. € 11,7 mln, plus de RodS-boekwaarde die nihil is; ofwel totaal € 17,5 mln.

Tijdelijk beheer groene grond
In de spelregels Pacht behorende bij de nieuwe uitvoeringsnota grondbeleid is opgenomen dat jaarlijks de pachtprijzen zullen worden vastgesteld door GS. De pachtprijzen en voorwaarden 2024 worden in het najaar 2023 door GS vastgesteld. De berekening van de pachtprijzen zal volgens een in 2020 ingevoerde systematiek worden berekend. Deze systematiek gaat uit van de grondwaarde en het pachtnormenbesluit van het Rijk.
In afwachting van verkoop of inrichting worden de gronden die de provincie in eigendom heeft, verpacht.

Gronden met specifieke beleidsdoelen, zoals de gronden in de weidevogelgebieden worden verpacht met beperkende voorwaarden (zoals minder of geen gebruik mest en/of aangepaste beweiding). Voor de provinciale gronden met een natuur- of weidevogeldoelstelling worden op basis van de pachtprijzen-systematiek lagere pachtprijzen gehanteerd dan voor gronden zonder een dergelijk doel.
Voor 2024 worden de bruto-pachtopbrengsten geraamd op ca € 0,8 mln. Als gevolg van de verkoop van het overtollige bezit en het “doorleveren” van ingerichte gronden aan de (terrein)beherende organisaties of particulieren kunnen de kosten en opbrengsten uit tijdelijk beheer NNN/GvG de komende jaren geleidelijk afnemen. Daar staat tegen over extra aankoop in kader van het ZH-PLG.

Naast de pachtuitgifte van de agrarische grond zijn er diverse inventarisaties uitgevoerd naar de staat van onderhoud van de provinciale percelen inclusief bruggen en dammen. Dat heeft geleid tot een driejarig baggerprogramma, een aanpak van de storingssoorten zoals ridderzuring en distels en in 2020 is begonnen met het groot onderhoud of vervangen van bruggen en dammen in de Krimpenerwaard. Het groot onderhoud zal in samenhang met de planning van de uitvoeringsprogramma worden uitgevoerd.

Deze pagina is gebouwd op 11/09/2023 16:16:53 met de export van 11/09/2023 16:01:05