Beleidsdoel 3-1 Schone en duurzame elektriciteitsvoorziening
Energietransitie
- We gaan af van fossiele energiebronnen en worden energie-onafhankelijker. Daarom zetten we in op energiebesparing, zon- en windenergie, innovatieve mogelijkheden tot opslag en flexibele inzet van energie voor 2030. We stimuleren de circulaire economie. Voor de realisatie van de energietransitie is een brede mix van duurzame energiebronnen, -opslag en -dragers nodig.
- In onze energiemix voor de energietransitie sluiten we geen enkele CO2-neutrale techniek uit.
Wind- en zonne-energie op land
- De Regionale Energiestrategieën (RES’en) zijn het resultaat van een uitgebreid participatieproces in zeven gebieden en vallen binnen landelijke afspraken. Om duurzame energieopwekking te realiseren op land is de afgelopen periode een grote slag gemaakt. Er is afgesproken 6,3 tot 6,8 TWh op te wekken in Zuid-Holland, waarvan er al circa 2,7 TWh is gerealiseerd. De inzet resteert om voor circa 2,5 TWh nog een vergunning te verlenen, wat mogelijk ook geldt voor een deel van de voorlopig vergunde circa 1 TWh.
- Wij zien het als onze taak om samen met lokale partners draagvlak bij omwonenden te creëren.
- Bij zonne-energie staat de toepassing van meervoudig ruimtegebruik voorop. Dus zonnepanelen plaatsen op daken, parkeerplaatsen en andere geschikte plekken, langs wegen en spoorlijnen en bij realisatie van nieuwe bedrijventerreinen. Omdat onze provincie weinig onbebouwde ruimte kent, zijn we zeer terughoudend met zonnevelden op plekken buiten de door RES aangewezen zoekgebieden.
- Voor de realisatie van wind op land is de landschapskwaliteit een belangrijk kader. Nieuwe windmolens worden zo goed mogelijk ingepast in het landschap en sluiten aan bij de omgevingskenmerken. In samenwerking en participatie met omwonenden.
- In de RES’en zijn afspraken gemaakt over het opwekken van duurzame energie op land. Nu komt het aan op realisatie. We houden gemeenten aan gemaakte afspraken. Als een RES-regio moeite heeft haar afspraken binnen de afgesproken termijnen na te komen dan ondersteunen we de gemeenten en zetten indien nodig ons provinciaal instrumentarium uit de Omgevingswet in.
- Er zijn nog veel kansen voor zon op dak. We spannen ons maximaal in om al deze kansen te benutten. Dit kan ook via lokale en regionale energiecoöperaties. Naast de daken achten wij restruimtes zoals plekken langs en boven infrastructuur hiervoor kansrijk. Daarbij maken we een afweging tussen kansen voor versterking van biodiversiteit via bermenbeleid en zonnepanelen plaatsen.
Netcapaciteit en -congestie
- Ons uitgangspunt is dat wij het net zoveel mogelijk ontzien. Opslag van schone energie is een manier om de disbalans tussen opwekking en gebruik op te lossen. Wij zetten in op een optimale mix van opwektechnieken en vraagsturing. We zetten ook in op het mogelijk maken van opwekking en opslagcapaciteit in de buurt van de energievraag.
Lokaal eigendom en participatie
- Omwonenden moeten kunnen meedoen en meeprofiteren. Inkomsten uit duurzame energiebronnen, zoals windmolens en gezamenlijk zon op dak moeten meer landen bij de direct omliggende gemeenschappen. Omwonenden moeten de mogelijkheid krijgen om mede-eigenaar te worden van duurzame energiebronnen, eventueel via regionale energiecoöperaties. We streven naar minimaal 50% publiek of lokaal eigenaarschap per project van duurzame energievoorziening en ondersteunen energiecoöperaties bij de realisatie.
- Lokale ondernemers moeten de mogelijkheid krijgen om meer zelfvoorzienend te worden op energie en/of nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen op het gebied van energietransitie. Wij willen, afhankelijk van de lokale effecten op de directe omgeving en ecologie buiten bestaand dorps- en stadsgebied, kleinere windturbines met een ashoogte tot 30 meter meer ruimte bieden, met name op het eigen erf.
- We blijven ons inzetten om de energietransitie te faciliteren bij doelgroepen die niet vanzelf meekomen en hard geraakt worden door de hoge energiekosten.
- Wij zijn open en transparant in onze besluitvorming over de realisatie van plannen voor duurzame energie op land. Hierbij betrekken we zoveel mogelijk perspectieven van onze inwoners, ondernemers en bedrijven om op deze wijze maximaal maatschappelijk draagvlak te creëren.
- Bij besluitvorming over energieprojecten wegen we het draagvlak, de bijdrage aan de totale energieopgave, goede landschappelijke inpassing en de mogelijkheid om aan te sluiten op het elektriciteitsnetwerk mee.
Beleidsdoel 3-2 Verduurzaming gebouwde omgeving
Gebouwde omgeving: besparen en warmte
- Wij verbinden het beleid van het Rijk en gemeenten op het gebied van de warmtetransitie. Onze energietransitie vraagt om een versnelling van bovenlokale warmtenetwerken. We willen dit in publieke handen geven. Dit vraagt om gerichte programma’s voor doelgroepen zoals maatschappelijk vastgoed en bevordering van de bijpassende collectieve besparingsconcepten. Net als het Rijk willen wij versneld van het gas af. We verspreiden de kennis die wordt opgedaan door innovaties, projecten en activiteiten. Hiermee versterken we de gemeentelijke regierol en zorgen we voor onderlinge verbinding tussen gemeenten.
- We stimuleren pilots die energiepositieve nieuwbouw mogelijk maken en lobbyen voor aanscherping van het bouwbesluit.
- Wij zetten in op een energietransitie waarvan iedereen kan meeprofiteren.
- Wij zetten in op warmtebronnen in onze eigen provincie.
- We bekijken de toekomst van ons energie-innovatiefonds EnergiIQ in het licht van het veranderende investeringslandschap. Daarbij zien wij vooral mogelijkheden om innovaties op het terrein van lokale en regionale energieopslag (bijvoorbeeld wijkaccu’s) te stimuleren. We verkennen de mogelijkheid deel te nemen in de productie en plaatsing van laadinfra-opslag en remises om het publieke belang van deze infrastructuur te borgen.
Beleidsdoel 3-3 Duurzaam energie- en grondstoffensysteem in de industrie
Duurzame industrie, haven, glastuinbouw en visserij
- Het haven-industrieel complex verkeert in een omvangrijke grondstoffen- en energietransitie gericht op energiebesparing, de-carbonisatie (CO2-neutraliteit), elektrificatie, emissiereductie (NOx), circulariteit, blauwe en groene waterstof en biobased brand- en grondstoffen. Wij stimuleren de transitie in dit industrieel cluster door in te zetten op energie-efficiency, vernieuwing van energiesysteem (waterstofhub) en vernieuwing van het grondstoffensysteem (circulair). Dit bereiken wij door met de industriesector duidelijke afspraken te maken en waar mogelijk de omgevingswaarde in te zetten om emissiereductie en innovaties te bevorderen. Dit doen we onder meer door ondersteuning bij de ruimtelijke inpassing van transitieprojecten in het havengebied. De provincie ondersteunt daarnaast de industrie buiten de Rijnmond in de transitie naar energieneutraal en circulair.
- We stimuleren de innovatieve ontwikkeling van duurzame energie en innovaties die de energiebehoefte terugbrengen en zien dit als een nieuwe internationaal sterke economische sector voor Zuid-Holland. Het gaat dan bijvoorbeeld over de productie en herverwerking van zonnepanelen en -boilers, warmtepompen, batterijen en windmolens.
- Belangrijk voor verduurzaming van de industrie is de overstap naar duurzame elektriciteit en andere energievormen. Deze zal voornamelijk vanaf zee komen. We werken mee aan de aanlanding van energie vanuit de Noordzee (elektriciteit en blauwe en groene waterstof) en ondersteunen veilige import, opslag en doorvoer van energie via de haven.
- Voor de concurrentiepositie van het glastuinbouwcluster is het welslagen van de energie- en grond- stoffentransitie cruciaal. De sector wil in 2040 energieneutraal zijn en in 2050 circulair. Wij stimuleren de energie- en grondstoffentransitie in de glastuinbouw door de verdere ontwikkeling en uitrol van een regionaal warmtenet (geothermie, havenwarmte) mogelijk te maken. We zetten in op duurzame gebiedsontwikkeling, door bijvoorbeeld clustering van bedrijven bij warmte- en CO2-netten, waterstof en/of geothermie. We ondersteunen de concentratie en herstructurering van het glastuinbouwcluster.
Energie-infrastructuur
- De energie-infrastructuur is de slagader van het toekomstige duurzame energiesysteem. We zetten - onder meer via het provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK) - in op versnelling en maatschappelijk verantwoorde keuzes voor ontwikkeling en ruimtelijke inpassing van elektriciteits-, waterstof- en warmtenetten.
- Versterking van de energie-infrastructuur voor diverse energiebronnen en -dragers is essentieel en wordt meegenomen in het provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK). Samen met de netbeheerders en in afstemming met gemeenten stellen wij een 2-jaarlijkse actualisatie van het pMIEK op, waarin we de energie-infraprojecten prioriteren in de regio.