Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, hebben we deze vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 2-1 Snel van A naar B
Beleidsprestatie 2-1-1 Efficiënt goederenvervoer
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
- Goederen moeten zo efficiënt en schoon mogelijk worden vervoerd.
- Het goederenvervoer moet bijdragen aan en een oplossing bieden voor economische ontwikkeling, leefbaarheid en bereikbaarheidseconomie en maatschappelijke opgaven, zoals de verstedelijkingsopgave.
- Daarbij vindt de provincie Zuid-Holland de keuze en afstemming tussen de verschillende vervoersvormen via weg, water, spoor en buisleidingen van groot belang. Zuid-Holland wil toekomstbestendige, concurrerende en emissievrije internationale goederencorridors hebben.
- De provincie wil vervoersvormen en goederenstromen duurzaam en in samenhang met ruimtelijke ontwikkelingen organiseren en uitwerken, van stedelijke en regionale distributie tot (inter)nationale corridors. We verbinden de opgaven met de Omgevingsagenda, Ruimtelijke puzzel en NOVEX (h et programma NOVEX geeft regie aan het leggen van de ruimtelijke puzzel in samenwerking met provincies, gemeenten en waterschappen ).
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- We willen infrastructuur versterken en veilig houden in ‘corridors’. Een besluit over eventuele maatregelen voor knooppunt Gorinchem zal langer op zich wachten nu de A15 Papendrecht – Gorinchem één van de projecten in Zuid-Holland is waarvan IenW heeft aangegeven dat die stilgelegd worden.
- Met de partners van het MIRT GVC worden Truckparkings gerealiseerd om het tekort weg te werken.
- We dragen bij aan het Rijksproject Deltacorridor voor de aanleg van een buisleidingenbundel van Rotterdam naar Chemelot en Noordrijn-Westfalen (duurzaam grondstoffentransport).
- Verduurzamen en optimaliseren van goederenstromen is nodig voor een gezonde ruimtelijke en economische ontwikkeling in Zuid-Holland. Samen met Havenbedrijf Rotterdam, de Greenport West-Holland en Zuid-Hollands bedrijfsleven werken we hieraan binnen het knooppunt Rotterdam e.o. en langs corridors. Met een realisatiepact bereiden we een gezamenlijk investeringsprogramma voor gericht op:
- Toekomstbestendige verbindingen tussen knooppunt Rotterdam e.o. met het Europese achterland
- Verbetering van de multimodale bereikbaarheid van de provincie
- Duurzame ruimtelijk-economische ontwikkeling van logistiek
- Verduurzaming van goederenstromen
- Digitalisering van logistieke processen
Voorbeelden van projecten zijn reeferhubs, laadinfra duurzame brandstoffen. Treinverbindingen voor verstransport (COOP-trein) en innovatieve spoorconcepten als Lorry Rail en Cargo Beamer worden verder verkend . Dit zijn terminals waar trailers met versproducten op de trein worden gezet. In 2024 worden de eerste investeringen verwacht.
- We faciliteren en stimuleren de verschuiving van lading naar relatief duurzame vervoerwijzen, zoals binnenvaart en spoor. We zetten in op hubs voor goederenvervoer en op een goederentransport met kwantitatieve en kwalitatieve waarde voor de Zuid-Hollandse economie. Samen met regionale partners werken we aan de ontwikkeling van hoogwaardige (multimodale) goederenvervoernetwerken op verschillende schaalniveaus en voor verschillende ladingstromen. Hiervoor wordt samengewerkt met Joint Corridors, waarin een groot aantal verladers en vervoerders lading bundelen. Naast eigen middelen maken we in 2024 ook gebruik van nationale regelingen voor cofinanciering van projecten, zoals modal shift, clean energy hubs en havenvoorzieningen.
- Voor de stedelijke en regionale distributie (Citybarge ) maken we samen met gemeenten in 2024 drie stedelijke hubs (overslagpunten Metropolitain Hub System), waaronder een in Leiden. In eerste instantie gericht op bouwmaterialen en puin, later ook voor andere ladingstromen. Hierbij bekijken we ook de (op)laadinfra en autonoom varen en rijden (zie ook de Beleidsprestaties Duurzame mobiliteit en Slimme Mobiliteit).
- We blijven deelnemen aan meerdere corridoractiviteiten op nationaal en internationaal niveau, met specifieke focus op de grootste EU-goederenvervoer corridor Rhine Alpine en in het bijbehorende EGTC (European Grouping of Territorial Cooperation). Verkiezingen eind 2023 zullen uitwijzen of PZH ook de voorzittersrol kan voortzetten zoals dat afgelopen 4 jaar is geweest.
- We zetten de samenwerking binnen het MIRT-programma Goederenvervoercorridors voort en versterken daarbij ook de samenwerking met Noordrijn-Westfalen (NL NRW Werkagenda ) en Vlaanderen.
- We zetten in op de transitie naar zero-emissie goederenvervoer over weg en water (Zie ook Beleidsprestatie Duurzame mobiliteit). Hierbij kijken we ook naar mogelijkheden om de uitstoot van stikstofoxiden bij kwetsbare gebieden te reduceren.
Beleidsprestatie 2-1-2 Passend en efficiënt personenvervoer
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
Voor mobiliteit stelt de provincie de behoefte van de gebruiker centraal. Om dit te bereiken:
- Stelt de provincie kaders op en zorgt zij voor vertegenwoordiging in diverse overleggen en projecten om het mobiliteitsnetwerk compleet te maken, de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Zuid-Holland te verbeteren en de keuzemogelijkheden tussen vervoersalternatieven en de combinatie van vervoersmiddelen te vergroten.
- Realiseert de provincie een goed aanbod van openbaar vervoer in Zuid-Holland. Dit doen we door beter aan te sluiten bij de behoeften van reizigers, met een dienstverlening en infrastructuur die op orde zijn. Zo willen we het stedelijk en landelijk gebied leefbaar en vitaal houden en het economisch vestigingsklimaat verder verbeteren.
- Zijn we verantwoordelijk voor diverse vormen van openbaar vervoer: het stads- en streekvervoer per bus, de contracten voor openbaar vervoer over het water (Waterbus), en twee regionale treindiensten, namelijk Dordrecht-Geldermalsen (MerwedeLingelijn) en Gouda - Alphen aan den Rijn. We zijn niet verantwoordelijk voor het openbaar vervoer in de Metropoolregio Rotterdam - Den Haag, of het hoofdrailnet.
- Zoeken wij met onze partners naar mogelijkheden om het gebruik van de verschillende vervoerswijzen in de gehele mobiliteitsketen goed te verdelen met openbaar vervoer, fiets en ketenmobiliteit.
- We onderzoeken de wensen van de fietser. Wat maakt fietsroutes veilig, aantrekkelijk en succesvol? Daarbij betrekken we ook andere beleidsdoelen zoals verstedelijking, gezondheid en leefbaarheid. We zoeken aansluiting bij het Nationaal Toekomstbeeld Fiets (Meerjarige Adaptieve Uitvoeringsagenda Fiets (MAUF)).
- Werken we aan diverse provinciale infrastructuurprojecten om de bereikbaarheid te verbeteren. Daarnaast dragen we inhoudelijk en financieel bij aan projecten van andere overheden wanneer dit onze infrastructuur of doelstellingen raakt.
- In 2024 versterken we de effectiviteit van provinciale subsidies aan verbetering van bestaande (regionale) infrastructuur en de samenhang met gebiedsontwikkelingen in de regionale Gebiedsagenda’s mobiliteit. Hiertoe passen we de Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland (SRM) aan, met name SRM-paragraaf 2.2.1. Verder sturen we nog directer op de subsidietermijnen en het aanvragen van subsidies voor direct uitvoerbare projectmaatregelen door gemeenten en waterschappen als wegbeheerder.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- We stimuleren fietsgebruik met projecten uit de uitvoeringsagenda ‘Samen verder fietsen’. Zowel op onze eigen fietspaden, als in de vorm van subsidies voor andere wegbeheerders, zoals gemeenten, waterschappen en ProRail. In 2024 worden veel fietsenstallingen bij stations uitgebreid en komen verschillende doorfietsroutes in uitvoering. We ondersteunen de subsidieontvangers daarbij om te komen tot snelle realisatie en een goed project. In het PZI is een overzicht opgenomen van de meerjarige programmering voor fiets.
- We maken de ongevalsrisico’s en de aantrekkelijkheid van het fietsnetwerk inzichtelijk. De verkregen data stellen we beschikbaar in het provinciaal dataportaal zodat andere overheden, onderzoekers en fietsers er gebruik van kunnen maken. Met de Tussenevaluatie 2024 zetten we een volgende stap in het meetbaar maken van onze inzet, de uitkomsten en de resultaten ervan, zoals geadviseerd door de Randstedelijke Rekenkamer en vastgesteld door PS.
- Afhankelijk van de samenwerking in Tour de Force en besluitvorming door de Rijksoverheid vullen we in 2024 met partners het Zuid-Hollandse deel van het Nationaal Toekomstbeeld Fiets verder in.
- In 2024 werken we aan een integrale toekomstvisie OV als onderdeel van het omgevingsbeleid, inclusief hoogwaardig openbaar vervoer.
- De structurele gevolgen van corona voor gebruik van het openbaar vervoer zijn er nog steeds. Samen met de vervoerders worden maatregelen genomen om de structurele veranderingen in de vervoersvraag te kunnen opvangen. Randvoorwaarden voor het aanbod hierbij zijn de hoogte van en de voorwaarden voor steun van het Rijk. Het vastgestelde Transitieplan OV is basis voor de maatregelen om het openbaar vervoer (ov) zo aantrekkelijk mogelijk te houden voor de reiziger.
- In 2024 wordt het uitvoeringsprogramma doorstroming openbaar vervoer afgerond. In overleg met wegbeheerders en reizigersorganisaties worden maatregelen voorbereid en uitvoeringsgereed gemaakt om de belangrijkste knelpunten in lijnverbindingen van OV-bussen op te lossen. Dit uitvoeringsprogramma draagt bij aan een toekomstbestendig ov-lijnennet.
- De concessie Zuid-Holland Noord is in 2023 gegund aan een nieuwe vervoerder. In 2024 zal de implementatiefase lopen en eind 2024 start de nieuwe concessie Zuid-Holland Noord. De nieuwe concessie kent onder meer volledige ZE-vloot en aanmerkelijk meer dienstregelingsuren dan de huidige dienstregeling.
- In 2024 vindt de aanbesteding van de concessie Hoeksche Waard/ Goeree-Overflakkee plaats, die in 2025 afloopt.
- In 2024 vindt de afronding plaats van het vervangen van het dynamisch reizigersinformatiesysteem op de haltes. We investeren in verbetering van sociale veiligheid in het ov en toegankelijkheid van ov-haltes voor reizigers met een beperking. Ook breiden we waar mogelijk ketenmobiliteitsvoorzieningen uit, zoals deelfietsen, fietskluizen, Kiss + Ride en Park + Ride.
- In 2024 zijn diverse provinciale projecten in de verkenningsfase (zie verder PZI 2024-2039), zoals:
- Verkenning Halteverbeterplan 2022-2030
- Verkenning Bus Rapid Transit (BRT) Leiden – Zoetermeer
- Vervanging Concordiabrug
- Mobiliteitsmaatregelen Duin- en Bollenstreek
- Beter Bereikbaar Gouwe
- HOV Leiden Centraal - Noordwijk
- In de uitvoeringsfase zijn in 2024 onder meer (zie PZI 2024-2039):
- RijnlandRoute (Europaweg)
- Kruising N214/N216
- N207 Zuid
- N211 Wippolderlaan
- RijnlandRoute (N434/A44/A4)
- Ontwikkeling buscorridors – Noordwijk (Duin-Bollenstreek) - Schiphol
- R-net Rotterdam – Oud-Beijerland
- Verbreding Delftse Schie incl. verplaatsing loswal/ligplaatsen (ontwikkeling Schieoevers in Delft)
- We dragen inhoudelijk bij aan Rijksinfrastructuurprojecten, zoals de:
waarbij we kijken naar de effecten op het provinciale wegennet, milieu, omgeving enzovoorts. Omdat de A4 Haaglanden-N14 en de A15 Papendrecht Gorinchem door het Rijk zijn gepauzeerd, voert de regio overleg met het Rijk over de consequenties en alternatieve maatregelen.
- We werken met zeven andere organisaties samen in het samenwerkingsverband Zuid-Holland Bereikbaar . Door goede planningen, verkeersmanagement, mobiliteitsmanagement en communicatie wordt de hinder bij renovatie, inclusief planmatig onderhoud, en nieuwbouw van infrastructuur zoveel mogelijk teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau. Daarbij werken we gebiedsgericht, werken we samen met andere landelijke regio’s en zoeken we contact met andere betrokken instanties en bedrijfsleven. Ook grijpen we dit aan als een kans om duurzame mobiliteitstransitie in te voeren.
- Als provincie zijn we ook in 2024 medeopdrachtgever en participant in het gebiedsprogramma Mobiliteit en Verstedelijking (MoVe) Rotterdam - Den Haag in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Met het Rijk, de MRDH, gemeenten en ov-partners werken we samen en dragen we bij aan verschillende verkenningen, gebiedsuitwerkingen en projecten, waarin bereikbaarheid en verstedelijking in samenhang worden ontwikkeld.
- In 2024 werken we mee aan de MIRT-verkenning Oude Lijn . Binnen deze MIRT-verkenning lopen afzonderlijke verkenningen naar de stationsgebieden Leiden Centraal en Dordrecht en de Bus Rapid Transit (BRT) Leiden-Zoetermeer (onderdeel PZI 2024-2039), de viersporigheid Delft-Schiedam en verbetering van de RandstadRail en metronet (geen onderdeel PZI 2024-2039).
- Daarnaast werken we met de betrokken partijen samen aan maatregelen voor bereikbaarheidsverbeteringen op de Algeracorridor, Voorne Putten / Haven Rotterdam en het Westland , logistieke ‘hubs’ en uitvoering van een adaptieve ontwikkelstrategie voor het wegen- en fietsnetwerk (zie ook statenbesluit 7547 )
- In 2024 dragen we als provincie inhoudelijk bij aan het landelijke Toekomstbeeld OV 2040 met de landelijke corridorstudie Goederenroutering Noordoost Europa en de voortgang van de landelijke Actieagenda Ketens en Knopen.
- Tot slot dragen we met kennis en expertise bij aan de verschillende verstedelijkingsopgaven voor bereikbaarheid. Versnelling van de verstedelijkingsopgave of een toenemende omvang en complexiteit van deze opgave zetten druk op de beschikbare arbeidscapaciteit en maken prioritering en/of inzet van extra specialistische capaciteit noodzakelijk.
Beleidsprestatie 2-1-3 Slimme systemen en netwerken
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestaties halen?
De provincie wil de capaciteit van het regionale mobiliteitssysteem beter benutten en slimmer gebruiken. Hiervoor kijken we onder andere naar de mogelijkheden van nieuwe, digitale en innovatieve (data)-oplossingen Verder waarderen we onze verkeersregelinstallaties zoveel mogelijk op naar intelligente installaties, maken we slim gebruik van algoritmiek bij onze brugbediencentrales om zo de doorstroming op weg en water verder te verbeteren. We blijven investeren in een robuust en veilig digitaal datanetwerk, waarbij we cybersecurity en de privacy van onze systemen hoog in het vaandel hebben staan. Daarnaast denken we na over het delen van onze data (open data) en het ethisch gebruik hiervan (data en ethiek).
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Samenwerking, Krachtenbundeling en Human Capital Agenda:
- We werken ook in 2024 binnen de krachtenbundeling actief samen met regionale partners en het Rijk om enerzijds de verschillende Smart Mobility onderwerpen goed in de regio onder de aandacht te brengen en anderzijds te helpen bij relevante onderwerpen zoals standaardisatie en organisatie. We werken aan een structurele financiering van Smart Mobility onderwerpen in gezamenlijkheid van medeoverheden en het Rijk. Ook gaan we met het regionaal datateam verder om de publieke mobiliteitsdata top-15 op orde te krijgen.
- We werken samen met de MRDH aan een Human Capital Agenda waarin we voor genoeg digitale slagkracht zorgen bij de verschillende overheden door middel van werving, opleiden en aantrekken van talent.
- Een nieuw Smart Mobility programma wordt opgesteld op basis van kennis en ervaring met Zuid-Holland Bereikbaar. Door te kijken naar de verschillende uitdagingen op gebied van bereikbaarheid en anders reizen bepalen we koers en keuzemogelijkheden.
- We nemen deel aan regionale en (inter)nationale overleggen zoals het Landelijk Verkeers Management Beraad, vakberaad Beheer en Bouw, CROW en het NDW om kennis uit te wisselen op diverse onderwerpen van Smart Mobility en verkeersmanagement.
Slimme mobiliteit op het water:
- We blijven nauw betrokken bij de nieuwste ontwikkelingen rond digitalisering, autonoom varen en Smart Shipping door de voortzetting van het samenwerkingspartnerschap binnen het platform Smash (Nederlands forum voor smart shipping), als financier van het Researchlab Autonomous Shipping (TU Delft) en als consortium partij binnen het project Path2Zero (TU Delft).
- We blijven inzetten op slim gebruik van data op en over onze vaarwegen om de doorstroming te verbeteren, de hinder van brugopeningen op scheepvaart en weg zo veel mogelijk te voorkomen en de bedienaren te ondersteunen in een efficiënte uitvoering van hun taak;
- We organiseren een digitaal experiment vaarwegdata om met slimmer gebruik van data brugopeningen beter te voorspellen en we kijken naar efficiënt gebruik van data bij het bedienproces.
- We ontwikkelen een aantal applicaties om het brugbedienproces te ondersteunen, zoals de brugmonitor en het vaartuigvolgsysteem. Hiervoor verzamelen we data die ook worden ontsloten voor serviceproviders.
Slimme mobiliteit op de weg:
- In 2023 besteden we samen met regionale partners Rotterdam en Den Haag een nieuw netwerk managementsysteem aan waarmee we de verschillende mobiliteitsassets (verkeerslichten, dynamische route informatiepanelen, verkeersdata) nog beter kunnen organiseren. Ook gaan we meer de intelligente verkeersregelinstallaties (iVRI’s) toepassen en prioriteitsverlening inregelen voor verschillende doelgroepen, zoals fietsers.
- We gaan de ontwikkelde applicatie waarmee efficiënter aan de weg kan worden gewerkt testen in de praktijk en werken actief mee aan verschillende applicaties om de bereikbaarheid in de regio verder te verbeteren (o.a. in samenwerking met Zuid-Holland Bereikbaar)
- Ook kijken we naar slim gebruik van voertuigdata zoals bij incidentmanagement en participeren we in het roadmonitorproject om ons onderhoud- en incidentmanagementproces efficiënter te organiseren.
Beleidsdoel 2-2 Beheer en onderhoud: op orde en duurzaam
Beleidsprestatie 2-2-1 Goed functionerende provinciale infrastructuur
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
- Zorgen voor een vlotte en veilige afwikkeling van verkeer in Zuid-Holland.
- Zorgen voor beheer en onderhoud van onze provinciale wegen, vaarwegen, (beweegbare) kunstwerken (wettelijke plicht).
- Onderhoudsprojecten voorbereiden en uitvoeren. Met name bij het wegonderhoud treffen we voor zover haalbaar en betaalbaar flankerende maatregelen om hinder zoveel mogelijk te beperken.
- Verder invulling geven aan de forse onderhoudsopgave voor beweegbare kunstwerken. Omdat ook andere wegbeheerders een grote opgave rond beweegbare kunstwerken hebben, zoeken wij met hen hierin samenwerking.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Assetmanagement (beheer infrastructuur):
- Het Strategisch Asset Management Plan en de Assetplannen worden geactualiseerd. Deze documenten maken onderdeel uit van het gecertificeerde assetmanagementsysteem en worden periodiek geactualiseerd.
- In 2024 laat de provincie planmatig onderhoud uitvoeren aan diverse (vaar)wegen en (beweegbare) kunstwerken. Het betreft onder andere werk aan de:
- Wegen: N214a/b (Molenlanden), N215b/c (Goeree-Overflakkee), N218-N496 (Voorne aan Zee), N223 (Midden-Delfland), N462a (Nieuwkoop), N468a (Midden-Delfland). Daarnaast wordt verspreid over het areaal door de regio-aannemers asfalteringswerk verricht aan de deklaag van een groot aantal wegen. Het betreft vaak kleine delen tussen twee kruisingen;
- Vaarwegen: vervanging van de oevers trajecten 2 (Vliet/Rijn-Schiekanaal), 6 (Heimanswetering, Woudwetering en Oude Wetering), 7 (Aarkanaal), 8 (Oude Rijn), baggeren van de vaarwegen;
- Beweegbare kunstwerken: Hartelcorridor (Hartelkanaalbrug / Zoetwaterkanaalbrug), traject 1 (Delftse Schie): Hambrug, Kruithuisbrug, traject 4 (Rijn-Schiekanaal):Julius Caesarbrug, traject 10 (Merwedekanaal): Bazelbrug, Bolgerijnsebrug, Rijksstraatwegbrug, Haarbrug,
- Vaste kunstwerken: diverse kunstwerken verspreid in het areaal, inclusief de vervanging van pompen en gemalen.
Als het financieel en ruimtelijk mogelijk is, combineren we de onderhoudswerkzaamheden met functionele verbeteringen op het gebied van doorstroming en omgevingskwaliteit. Ook wordt altijd onderzocht of er veiligheidsverhogende maatregelen uitgevoerd kunnen worden.
- Uitvoeren studies en voorbereidingen van projecten die vanaf 2025 worden uitgevoerd.
- In 2024 leveren we een tactisch plan voor assetinformatiemanagement binnen DBI op.
- In 2024 wordt de Eisenbibliotheek in gebruik genomen waarin handboeken met technische eisen aan (het bouwen/onderhouden van) assets digitaal worden beheerd en gedeeld.
- In 2024 worden het beplantingsplan en het beheerplan faunavoorzieningen geactualiseerd. Met het beplantingsplan dragen we blijvend bij aan een veilig, vitaal en klimaatbestendig bomenbestand, meer biodiversiteit en een betere weerbaarheid tegen ziekten en plagen. In de actualisatie van het beheerplan faunavoorzieningen wordt niet alleen gekeken naar de wijze waarop het beheer effectiever kan worden ingezet, maar wordt ook onderzocht waar het functioneren van de faunavoorziening als middel kan worden verbeterd.
- In 2024 wordt de Corbulotunnel opengesteld voor de weggebruiker. De al eerder gestarte OTO (opleiden, trainen en oefenen), om gereed te staan voor de openstelling en overdracht van contractmanagement van projectorganisatie naar beheerders, wordt afgerond.
Brugbediening, incident- en verkeersmanagement:
- We gaan door met de digitalisering binnen het mobiliteitsdomein, en sluiten zo veel mogelijk aan bij Europese en landelijke ontwikkelingen via het NDW (Nationaal Dataportaal Wegverkeersgegevens), LVMB (Landelijke VerkeersManagement Beraad) en de Landelijke Data Top 15 / Regionale Datateams
- Met de gemeenten Den Haag en Rotterdam werken we aan de implementatie van de nieuwe software voor het netwerkmanagementsysteem. Dit systeem wordt door onze IC-Desk gebruikt voor de aansturing van de verkeerssystemen zoals de Dynamische Route Informatiepanelen (DRIP's), rijstrooksignalering en verkeersregelinstallaties (VRI’s).
- In 2024 worden de diverse onderhoudscontracten voor verkeerssystemen, zoals verkeersregelinstallaties en openbare verlichting aanbesteed. Hierbij worden bestaande contracten zoveel mogelijk gebundeld in één geïntegreerd contract.
- De bezetting van de bediencentrales bestaat uit een team met vaste medewerkers dat tijdens het vaarseizoen (april tot en met oktober) wordt aangevuld met inhuurkrachten (flexibele schil). In 2024 wordt besloten of met het flexibiliseren van de wekelijkse arbeidsduur het team van vaste medewerkers kan worden vergroot en het aantal inhuurkrachten in dezelfde verhouding kan worden verlaagd. Hiermee wordt verwacht dat er meer personeel geworven kan worden en dat het knelpunt van onvoldoende beschikbaarheid van inhuurkrachten wordt ondervangen.
- Om cyberbeveiliging en de weerbaarheid van essentiële diensten in EU-lidstaten te verbeteren is de Network and Information Security directive, of NIS2-richtlijn, vastgesteld. Deze richtlijn vervangt een eerdere richtlijn en ziet nu toe op meer sectoren, waaronder provinciale overheden. De NIS2 wordt momenteel naar Nederlandse wetgeving vertaald en zal na 2024 van kracht zijn. Dit betekent dat ook de geautomatiseerde systemen binnen de provinciale infrastructuur aan deze richtlijn moeten voldoen. In 2024 wordt gewerkt aan het implementeren van het risico gestuurde cyber security managementsysteem. Hiermee wordt aan deze richtlijn voldaan.
Juridisch beheer:
- In 2024 wordt het huidige convenant met de roeiverenigingen in het kader van de veiligheid op de vaarwegen geëvalueerd en worden met alle betrokkenen nieuwe afspraken gemaakt over het bevorderen van de veiligheid van roeiers op de provinciale vaarwegen.
- Eind 2024 zijn de buitengewone opsporingsambtenaren op de wegen twee jaar operationeel. Zoals bestuurlijk is afgesproken, is dit het moment om de inzet te evalueren en waar mogelijk verbetervoorstellen te doen. Daarnaast stellen we in 2024 een nalevingsstrategie vast die de uitvoering van toezicht en handhaving op wegen en vaarwegen transparant maakt en de uniformiteit in optreden waarborgt;
- Ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de aanleg van nieuw areaal, kunnen de huidige functie van provinciale wegen in het netwerk veranderen. Ook in 2024 voeren we overleg met medeoverheden om afspraken te maken over de voorwaarden waaronder zij bereid zijn het eigendom, beheer en onderhoud van bepaalde provinciale wegen over te nemen.
Bedrijfsvoeringsmiddelen:
Voor de uitvoering van de beheertaken zijn voor de medewerkers in de buitendienst faciliteiten nodig zoals steunpunten met werkplekken, opslag voor strooimateriaal en zout, voer- en vaartuigen en ligplaatsen. Om deze faciliteiten op een voldoende niveau te laten functioneren worden in 2023 de volgende maatregelen getroffen:
- In 2024 wordt een verkenning gestart naar het vervangen van de huidige patrouillevaartuigen door duurzame vaartuigen.
- Verbouwen van een bouwdeel van het provinciehuis tot een nieuwe centrale en de aanleg van een glasvezelverbinding met de bestaande provinciale glasvezelring. Deze nieuwe centrale vervangt twee huidige bediencentrales, in Leidschendam en Leiden, de Incident Coördinatie-desk en het Ontwikkel-, Test- en Opleidingscentrum in Gouda;
- In 2024 wordt verder gewerkt aan een toekomstbestendige vastgoedinvulling die qua faciliteiten en locaties het werk optimaal ondersteunt. Huisvesting die niet meer nodig is om beheerwerkzaamheden uit te voeren stoten we af.
Beleidsprestatie 2-2-2 Toekomstbestendige infrastructuur
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestaties halen? Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestaties halen?
De provincie wil bij uitvoering van planmatig onderhoud zo veel mogelijk CO2-uitstoot besparen, het gebruik van primaire grondstoffen verminderen en provinciale (vaar)wegen energiezuinig maken. Ook wil de provincie een klimaat en water robuuste infrastructuur ontwikkelen en het leefgebied voor flora en fauna vergroten en versterken. Daarom:
- stellen wij locaties beschikbaar voor pilots en schalen wij succesvolle pilots op;
- kijken we naar mogelijkheden om onderhoudstrajecten duurzaam aan te pakken en maken we hierin afwegingen op basis van levenscycluskosten en maatschappelijke kosten en baten;
- benutten we mogelijkheden om energie te besparen en op te wekken als dit rendabel is;
- Monitoren we de voortgang van de provinciale duurzaamheidsambities;
- Brengen we klimaatgevoelige infrastructuur in beeld;
- Leveren we met ecologisch bermbeheer een bijdrage aan instandhouding en verbetering van de biodiversiteit.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- In 2024 gaan we verder met projecten en onderhoudscontracten zo duurzaam mogelijk uit te voeren. We nemen duurzaamheid standaard mee bij de formulering van projectdoelen, het ontwerp en de aanbesteding. We brengen conform aanpak Duurzaam GWW in ieder project vooraf de milieuimpact en kansen voor duurzaamheid in beeld via een MKI-berekening en Ambitieweb. Vervolgens nemen we de grootste duurzaamheidskansen mee in de aanbesteding, bijvoorbeeld op CO2-reductie, circulariteit of energieopwekking. Zo wil de provincie Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MVOI) .
- Innovaties voeren we uit conform de opgestelde innovatiestrategie. Zo gaan we innoveren met bijvoorbeeld alternatieven voor de grootste impactmaterialen asfalt, beton en staal. Ook zoeken we naar kansen op gebied van zero emissie bouwmaterieel en hoogwaardigere inzet van provinciale reststromen als bermmaaisel en baggerslib. Innovaties zijn met name geschikt om toe te passen in lange termijn onderhoudscontracten voor de provinciale wegen, groen en vaarwegen.
- Op basis van Life Cycle Costs en Total Cost of Ownership bepalen we welke innovaties en duurzaamheidsmaatregelen haalbaar en betaalbaar zijn binnen het beschikbare beheer- en onderhoudsbudget. Bewezen innovaties en duurzaamheidsmaatregelen schalen we vervolgens op en maken we de nieuwe standaard door het te borgen in provinciale eisen en richtlijnen.
- We ontwikkelen een monitoringssysteem om de voortgang van de provinciale ambities te meten, net als is gedaan voor onze CO2-reductie.
Beleidsdoel 2-3 Veilig en duurzaam
Beleidsprestatie 2-3-1 Duurzame mobiliteit
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
De provincie wil een transitie naar een energie-efficiënte samenleving, waarbij op termijn grotendeels duurzaam en CO2-neutraal in de energiebehoefte wordt voorzien. Om dit te bereiken:
- Rijdt in 2030 al het regionaal openbaar vervoer, waarvoor de provincie concessiehouder is, volledig emissievrij.
- Is in 2050 van elke provinciale weg en vaarweg de CO2-balans neutraal.
- Zetten we in op:
- Tank- en laadinfrastructuur voor de transitie naar zero-emissie vervoer;
- Transitie naar zero-emissie personenvervoer over weg en water;
- Transitie naar zero-emissie goederenvervoer over weg en water;
- Circulaire en klimaatneutrale provinciale infrastructuur;
- Ondersteuning bij regionale mobiliteitsprogramma’s of -plannen (RMP’s).
- Mogelijkheden om de uitstoot van stikstofoxiden bij kwetsbare gebieden te reduceren in bovenstaande trajecten.
- Beperken we de hinder voor omwonenden van luchtvaart in Zuid-Holland en willen we het aantal nachtvluchten terugdringen. Voor ons is de huidige geluidsruimte van Rotterdam The Hague Airport ook de maximale.
- Gaan wij terughoudend om met nieuwe locaties voor commerciële en bedrijfsgebonden luchtvaart, helikopterhavens, luchthavens voor onbemande luchtvaartuigen en luchthavens voor gemotoriseerde recreatieve luchtvaart. Luchthavens met een duidelijk maatschappelijk belang (zoals heliplatforms bij ziekenhuizen) ondersteunen we wel.
- Blijven wij via verkenningen en netwerken op de hoogte van (internationale) ontwikkelingen die lokale en regionale mobiliteit kunnen beïnvloeden en nieuwe luchtvaarttoepassingen kunnen opleveren. Deze kennis leidt op termijn mogelijk tot nieuwe beleidskeuzes. We evalueren het beleid voor kleine en recreatieve luchtvaart. Dit leidt mogelijk tot nieuwe beleidsvoorstellen.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- In 2024 zetten we samen met gemeenten de uitvoering van activiteiten uit de Regionale Aanpak Laadinfrastructuur Zuidwest (RAL ZW) voort. De provincie Zuid-Holland organiseert samen met de provincie Zeeland diverse activiteiten om gemeenten te ondersteunen met de uitrol van laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. Denk hierbij aan advies om laadvisies op te stellen, ondersteuning om plankaarten te maken, samenwerking om snelladen in de publieke ruimte te organiseren, kennisdelingsbijeenkomsten, afstemming met netbeheerders en een aanpak voor realiseren van laadinfrastructuur op bedrijventerreinen.
- We blijven onze verkeersregio's ondersteunen bij de verdere ontwikkeling en uitvoering van regionale mobiliteitsplannen. Dit doen wij door aan te sluiten bij bijeenkomsten in de regio’s en sessies tussen de regio’s te organiseren. Om zo de kennisuitwisseling tussen de regio’s te faciliteren.
- In het Zuid-Hollandse OV zijn in 2024 6 hybride en 3 elektrische waterbussen gaan varen. In de concessie Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee zijn 24 waterstofbussen in dienst. In de concessies Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem rijden elektrische bussen en de nieuwe concessie voor Zuid-Holland Noord wordt in 2024 volledig elektrisch. In de Drechtsteden worden ook deelfietsen aangeboden in combinatie met de concessie. We blijven in de lopende en nieuwe concessies eraan werken om in 2030 emissievrij te zijn.
- We werken aan zero-emissie goederenvervoer door faciliteren van nieuwe logistieke concepten in het stedelijke gebied zoals MultiHubSystems, CityBarge/Kotug (stedelijke en regionale distributie) en helpen met het faciliteren van (op)laadpunten voor batterij elektrisch varen met concept van ZES (Alblasserdam/2 e Maasvlakte, (inter)nationale stromen) als begin van een systeem van oplaadpunten. Daarnaast breiden we onze samenwerking RH2INE met NRW uit naar andere regionale overheden langs de EU Corridors waaronder Vlaanderen, Provincies tot en met Via Donau. En daarbinnen gelegen havens. Om zo het systeem voor het gebruik van waterstof te stimuleren. De eerste op waterstof varende schepen zijn in 2023 gestart. Gewerkt wordt aan standaardisatie en opschaling in 2024. Als vervolg op CLINSH zet de Provincie met regionale partners in op een Refit Alliantie waarmee het gemakkelijker en goedkoper moet worden voor schippers om te verduurzamen. En kijkt de provincie naar strategische samenwekringen met havens en verladers welke rol zij kunnen spelen in de transitie naar zero emissie schepen.
- We blijven met partners in MIRT Goederenvervoercorridors werken aan uitgangspunten voor Clean Energy Hubs gericht op uitrol in Zuid-Holland voor goederenvervoer over de weg en via het water.
- We gaan zelf geen zonnefietspad meer aanleggen in het project Zon op infra na de mislukte aanbesteding. Wel blijven we bij de monitoring van het de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant betrokken.
- We voeren onze wettelijke taak uit met betrekking tot luchtvaart. Vanwege een sterke toename van kleinschalige luchtvaart, zoals drones, is intensivering van de provinciale inzet noodzakelijk en herziening van het luchtvaartbeleid wenselijk op basis van het eerste onderzoek wat we al hebben uitgevoerd. Verder onderzoek is noodzakelijk om de maatschappelijke effecten in beeld te krijgen.
Beleidsprestatie 2-3-2 Veilige mobiliteit
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
Na een jarenlange gestage daling, stijgt het aantal verkeersslachtoffers sinds 2014 weer. Het wordt onveiliger op de weg, ook in Zuid-Holland. Voor Zuid-Holland is ieder verkeersslachtoffer er één te veel. Om die reden omarmt de provincie de landelijke ambitie van nul verkeersslachtoffers in 2050 uit het landelijk Strategisch Plan
Verkeersveiligheid 2030 (SPV 2030). Als eerste stap willen we de stijging van het aantal doden en
ernstig gewonden de komende jaren ombuigen in een daling: we streven elk jaar naar minder
verkeersslachtoffers.
De provincie Zuid-Holland wil samen met het Rijk, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, onze zes bestuurlijke regio’s, de gemeenten, waterschappen, politie, het Openbaar Ministerie, het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid en maatschappelijke partners (zoals ANWB, Fietsbond, Veilig Verkeer Nederland) het verkeer in onze provincie veiliger maken. De provincie wil de infrastructuur veiliger maken en verkeersveilig gedrag en adequate verkeershandhaving bevorderen. Hierdoor moet de verkeersveiligheid verbeteren en het aantal verkeersslachtoffers verminderen. De onderlinge samenwerking blijven we intensiveren.
Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid Zuid-Holland 2021-2030
De provincie Zuid-Holland heeft zich gecommitteerd aan het landelijk Strategische Plan Verkeersveiligheid 2030 en heeft die vertaald naar eigen provinciaal beleid. Onze gezamenlijke inspanningen met partners hebben we vastgelegd in het vernieuwde beleidskader, het Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid Zuid-Holland 2021-2030 (UPV 2021-2030). Het nieuwe UPV verschilt op drie fronten van het oude meerjarenplan: het is ambitieuzer en realistischer, adaptief van opzet en risicogestuurd. Ondanks al onze inspanning blijft de verkeersonveiligheid in Zuid-Holland een groot aandachtspunt. Het UPV bevat 29 acties waarmee wij invulling willen geven aan de ambitie en doelstelling waar wij ons aan hebben gecommitteerd.
Verkeersveiligheid is een voorwaarde
We werken met andere wegbeheerders samen om verkeersonveilige infrastructuur aan te pakken. Verkeersveiligheid is een harde voorwaarde bij aanleg en verbetering van en beheer en onderhoud aan infrastructuur. Omdat verkeersveiligheid zo is ingebed in infrastructurele projecten, heeft de provincie een beperkt aantal specifieke projecten voor alleen veiliger verkeer. Verbeteringen aan bestaande, maar ook nieuwbouw infrastructuurprojecten worden zoveel mogelijk volgens de richtlijnen Duurzaam Veilig ontworpen en aangelegd. Voorbeelden zijn de verbreding van fietspaden en de aanleg van ongelijkvloerse kruisingen van wegen (met een tunnel of viaduct): dan worden dat fietspad en die weg automatisch veiliger.