Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, hebben we deze vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 5-1 Gezonde natuur
Beleidsprestatie 5-1-1 Natuur
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
We maken een robuust geheel van aaneengesloten natuurgebieden die tegen een stootje kunnen doordat de ecosystemen op orde zijn. Om dat te bereiken:
- maken we het Natuurnetwerk Zuid-Holland (NNN) af per 2027, door natuurgebieden te vergroten en met elkaar te verbinden. Vanaf 2023 komen we in de realisatiefase en wordt dat buiten ook zichtbaarder door de oplevering van ingerichte natuurgebieden.
- realiseren we in het Buijtenland van Rhoon een natuur- en recreatiegebied van circa 600 ha. Het vastgestelde streefbeeld met hoogwaardige akkernatuur is in 2028 gereed.
- brengen we in de natuurgebieden de ecosystemen op orde, onder andere via goed natuurbeheer en kwaliteitsimpulsen.
- richten we ons in de Natura 2000-gebieden ook op de specifieke Natura 2000-doelen, waarvoor we de leefgebieden vergroten en verbeteren.
- geven we aandacht aan een goede leefomgeving voor planten en dieren, om ook buiten de beschermde natuurgebieden ecosystemen op orde te brengen. Dit nemen we mee bij de uitwerking van het NPLG gebiedsplan, onderdeel ‘landschapsgrond’.
- volgen we de ontwikkeling van de natuur via monitoring en onderzoek, zodat we over volledige, consistente en goed toegankelijk informatie beschikken om te kunnen (bij) sturen en verantwoorden.
- houden we de businesscase NNN actueel. Door de hoge inflatie zien we de kosten voor natuurrealisatie sterk stijgen. De actualisatie zal eventuele financiële consequenties van de inflatie inzichtelijk maken.
Natura 2000
Voor Natura 2000 is er landelijk veel in beweging vanwege de landelijke Actualisatie van de Doelensystematiek Natura 2000. In de vigerende doelensystematiek lag het accent op verslechtering in Natura 2000-gebieden tegengaan. In de nieuwe systematiek wordt daaraan toegevoegd de landelijk gunstige staat van instandhouding bereiken (een wettelijke verplichting) en een bijbehorende opgave verdeling over provincies en Rijkswaterstaat.
De in 2023 opgestelde natuurdoelanalyses geven inzicht in het functioneren van het (eco)systeem, de huidige staat van de natuur, de aanwezige knelpunten en drukfactoren, de potenties voor areaaluitbreiding en de bijbehorende maatregelen. De natuurdoelanalyses (en bijbehorende adviezen van de Ecologische Autoriteit) vormen input voor de actualisatie van de N2000 beheerplannen en voor het ZH-PLG gebiedsproces. In de Natura 2000 beheerplannen maken we de instandhoudingsdoelstellingen SMART en bepalen we de maatregelen die nodig zijn om de instandhoudingsdoelstellingen te behalen. We programmeren aanvullend onderzoek waar nodig.
De ‘spijtvrije’ maatregelen uit de natuurdoelanalyses zijn/worden meteen in uitvoering gebracht. De complexe maatregelen vragen om een aanpak op een groter schaalniveau. Deze worden verder uitgewerkt in het ZH-PLG gebiedsproces.
De provinciale middelen voor Natura 2000 worden voornamelijk ingezet voor de uitvoering van “spijtvrije” beheer- en herstelmaatregelen in Natura 2000-gebieden, aanvullend onderzoek en monitoring.
Realisatie NatuurNetwerk Nederland (NNN)
Voor de afspraken met het Rijk in het kader van het Natuurpact moeten uiterlijk in 2027 nog 3.244 ha worden opgeleverd. Daar geven we invulling aan door de inrichting van natuurgebieden, daarnaast werken we aan circa 100 km ecologische verbindingen. De realisatie hiervan vindt plaats binnen de drie uitvoeringsprogramma's: Krimpenerwaard, Gouwe Wiericke en NN-Zuid-Holland.
Onze inzet is erop gericht de benodigde gronden beschikbaar te krijgen. Door de succesvolle actieve grondstrategie is inmiddels circa 2.000 ha onderhanden en worden voor deze ha's nu de concrete inrichtingsplannen gemaakt, vergunningen aangevraagd en aannemers ingehuurd. De resterende gronden komen deels via aankoop en deels via afspraken met de grondeigenaar beschikbaar. De daadwerkelijke uitvoering van de inrichtingsmaatregelen vindt gefaseerd plaats t/m 2027. In 2024 staat 448 ha natuur gepland voor inrichting en oplevering. Dat we in de realisatiefase komen wordt buiten dus zichtbaarder. Op basis van het door PS vastgestelde NNN handelingskader werken we voor de laatste hectaren en de ecologische verbindingen, samen met de partners en als onderdeel van de gebiedsprocessen voor het ZH-PLG, de realisatiestrategie per regio uit.
Natuurbeheer
In de natuurgebieden willen we een hoge natuurkwaliteit halen. Dat doen we via de sporen natuurbeheer en kwaliteitsimpulsen. De natuurkwaliteit staat onder druk door (onder andere) een overmatige neerslag van stikstof. Hierdoor dreigen leefgebieden versneld dicht te groeien en kwetsbare plantensoorten overwoekerd te raken. Om dit tegen te gaan is soms intensiever beheer nodig. Om de natuurbeheerder te faciliteren bij goed natuurbeheer is de subsidie voor natuurbeheer in 2021 verhoogd van 75% naar 84%. De hogere beheervergoeding maakt het ook aantrekkelijker voor grondeigenaren om zelf natuur te realiseren op eigen grond. Via monitoring van de natuurkwaliteit, het ‘schouwen’ van recent ingerichte natuur en ‘het goede gesprek’ met natuurbeheerders houden we de ontwikkeling van de natuurwaarden in de gaten en kan er bijgestuurd worden. Via eenmalige kwaliteitsimpulsen wordt de uitgangssituatie in de natuurgebieden verbeterd, bijvoorbeeld door verbetering van het watersysteem. En als er naar aanleiding van de monitoring en gesprekken met de beheerders naar voren komt dat er behoefte is aan aanvullende kennis, dan doen we ons best dit te faciliteren.
Natuurmonitoring
Natuurmonitoring is cruciaal om tijdig bij te kunnen sturen om de natuurdoelen te halen. We monitoren via langlopende meetnetten voor weidevogels, vegetatie en winter-watervogels. Voor Natura 2000 worden onderzoeken in de gebieden uitgevoerd voor de omvang en kwaliteit van de Natura 2000-habitats en soorten. Voor het NNN wordt het dashboard natuurkwaliteit volledig gemaakt en up-to-date gehouden door de informatie uit de natuurmonitoring. De recent ingerichte natuurgebieden worden ‘geschouwd’ om te bepalen of de natuur zich goed ontwikkelt. Digitalisering en databeheer wordt steeds belangrijker. Er wordt een datamanagementsysteem ontwikkeld om alle data op te slaan en toegankelijk te maken.
Programma Natuur / Uitvoeringsprogramma Natuur
Programma Natuur is een gezamenlijk programma van Rijk en provincies. In dit programma worden maatregelen uitgevoerd voor natuurversterking, in samenspraak met andere overheden, natuurbeheerders en maatschappelijke partners. Als onderdeel van het overkoepelende Programma Natuur richt het Uitvoeringsprogramma Natuur (UPN) zich op natuurmaatregelen in en rond Natura 2000-gebieden en het Natuurnetwerk Nederland (NNN), met de focus op stikstofgevoelige en met stikstof overbelaste natuurwaarden.
Voor de eerste fase van het UPN stelt het Rijk met een specifieke uitkering (SPUK) € 28,4 mln beschikbaar aan provincie Zuid-Holland, voor de coördinatie, voorbereiding en uitvoering van maatregelen in de periode tot 2025.
De middelen uit het Uitvoeringsprogramma Natuur worden voor een groot deel ingezet voor extra maatregelen en extra kwaliteit in Natura 2000 en het NNN. Het betreft op hoofdlijnen de inrichting van nieuwe natuur, kwaliteitsslagen doorvoeren in de inrichting van bestaande natuur, planvorming uitvoeren en onderzoeken voor deze inrichtingen en intensiever beheer uitvoeren. Naast de focus op uitvoering van de maatregelen wordt ook gewerkt aan de voorbereiding van het maatregelpakket voor de tweede fase van Programma Natuur.
Beleidsprestatie 5-1-2 Bevorderen Biodiversiteit
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Natuurinclusief
In februari 2023 stelden GS de ‘Contouragenda Natuurinclusief Zuid-Holland’ vast, waarin van10 domeinen de situatie en acties (in totaal bevat de contouragenda 33 acties) zijn geformuleerd. Met deze vaststelling bevestigden GS het belang van natuurinclusief werken.
Natuurinclusief is een langetermijntransitie; het doel is een natuurinclusief Zuid-Holland in 2050. In 2024 werken we hieraan verder door:
- Verder in te zetten op de uitvoering van de 33 acties uit de contouragenda, waar we in 2023 mee zijn gestart;.
- Te werken aan de totstandkoming van de volwaardige agenda Natuurinclusief Zuid-Holland, die in 2024 gereed is. Motto van de volwaardige agenda Natuurinclusief zal zijn ‘Natuurinclusief denken en doen’. PS wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd over het proces voor de totstandkoming van deze volwaardige agenda Natuurinclusief en de wijze waarop de inbreng van PS hierin wordt meegenomen.
- Inbreng te leveren in de landelijke agenda Natuurinclusief 2.0.
- Een aantal focuslocaties te verkennen, waar de komende jaren een ruimtelijk- economische ontwikkeling volledig natuurinclusief kan worden gerealiseerd.
Soortenbeleid
In maart 2023 is het Soortenbeleid in het nieuwe format van de Omgevingswet vastgesteld. Met het nieuwe soortenbeleid bepaalt Zuid-Holland de koers voor bescherming en versterking van natuur binnen én buiten de natuurgebieden, zowel door actieve soortenbescherming als via de vergunningverlening. De samenhang met faunabeheer en exoten komt hierin ook nadrukkelijk naar voren.
Met de vaststelling van het nieuwe soortenbeleid is nu ook in de Verordening opgenomen dat biodiversiteit betrokken dient te worden bij ruimtelijke ontwikkelingen. De wijze waarop dit kan plaatsvinden, werken we nader uit in een leidraad voor ontwikkelaars, opdrachtgevers en planbeoordelaars. Op die manier komt er duidelijkheid aan de voorkant van planprocessen, waardoor gestuurd kan worden op een natuurinclusieve wijze van ontwerpen, zonder plotselinge belemmeringen op het moment van uitvoering.
- Icoonsoorten : De 40 icoonsoorten zijn indicatorsoorten voor de biodiversiteit in Zuid-Holland: ze representeren de diverse typen natuur die we binnen de provincie kennen. De provincie zoekt samen met netwerkpartners actief naar mogelijkheden om het leefgebied van deze soorten te verbeteren. Deze aanpak kan ook bijdragen aan een Basiskwaliteit Natuur (BKN). Met de uitwerking van deze strategie wordt in 2024 voornamelijk ingezet op de uitwerking van projecten die bijdragen aan realisatie van leefgebied van icoonsoorten en/of Vogel- en Habitat Richtlijn soorten (VHR-soorten) in zowel het stedelijk, landelijk en overgangsgebied. Dit wordt gerealiseerd met behulp van een subsidieregeling. Ook wordt een faunapassage bij de N207 en de A15 gerealiseerd en wordt ingezet op kleinschalige biodiversiteitprojecten en soortenonderzoek.
- Bijenlandschap : De ambitie van de provincie is om in 2030 van heel Zuid-Holland een aaneengesloten bijenlandschap te maken. Dit aaneengesloten bloemrijke netwerk is goed voor de (bestuivende) insecten en daarmee voor andere kleine dieren en vogels die deze insecten eten. Een groot Zuid-Hollands bijenlandschap brengt op die manier de basis op orde voor gezonde natuur. In 2024 wordt ingezet op het verstevigen van de huidige bijenlandschappen en het uitbreiden op kansrijke locaties, volgens het ‘Strategisch Meerjarenplan’ geschreven door de programmatrekker Omgevingsdienst West-Holland.
Bos- en bomenbeleid
In 2022 is de ruimtelijke strategie voor bos- en bomen afgerond, een inspiratiedocument waarin wordt beschreven waar bos en bomen het Zuid-Hollandse landschap kunnen versterken. In 2024 gaan we door zoals afgesproken bij de behandeling van de motie De Spade de grond in (Motie 1117) met uitvoeringskansen voor bos en bomen.
De hoofdzaken waarop wordt ingezet zijn:
- Voortzetten van de rol van bosmakelaar. Deze is een verbindende schakel die initiatieven ondersteunt door bijvoorbeeld te helpen om planologische hobbels te slechten, verschillende stakeholders bij elkaar te brengen en partijen die financiering hebben om bomen te planten te verbinden aan geschikte locaties.
- Voortzetten van de subsidieregeling ‘Meer bos in Zuid-Holland'. Dit is een subsidieregeling die particulieren en gemeenten in staat stelt om bos aan te planten.
- Voorzetten van de samenwerking met Staatsbosbeheer om bosuitbreiding in recreatiegebieden te realiseren en de vitaliteit van bestaande bossen in recreatiegebieden te verbeteren.
- Ook zetten we verder in op de ondersteuning van kleine initiatieven en zetten we de samenwerking met Meerbomennu van Urgenda voort, waarmee in 2023-2024 nogmaals rond de 50.000 bomen worden geplant door heel Zuid-Holland
- Daarnaast worden kennis en kansen inbracht bij het ZH-PLG, de Ruimtelijke puzzel en Agenda Natuurinclusief, om bos en bomen te verankeren in langlopende trajecten. Bosuitbreiding en vitaliteit is als één van de maatregelen opgenomen in het ZH-PLG. Aan de gebiedsprocessen wordt per regio gevraagd om in beeld brengen hoeveel hectares bosuitbreiding gerealiseerd kan worden om daarna tot een gedragen hectaredoelstelling voor Zuid-Holland te komen.
In lijn met de Motie 1142 (Duurzaam Bos- en bomenbeleid) is bij Voorjaarsnota 2023 een voorstel voor een uitvoeringsprogramma aangeboden aan PS voor de periode na 2024. Het is aan GS en PS om te bepalen of zij het bos- en bomenbeleid conform dit uitvoeringsplan willen voortzetten.
LIFE IP All4Biodiversity
Het landelijke programma LIFE IP All4Biodiversity is in 2023 bijgesteld en voorgelegd aan de Europese Commissie om daarmee beter in te kunnen spelen op de landelijke ontwikkelingen zoals gebiedsgerichte aanpak stikstof en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Deze herpositionering was noodzakelijk om de spin-off van het programma All4Biodiversity, waarvan de provincie Zuid-Holland leadpartner is, beter mogelijk te maken. All4Biodiversity heeft een grote toegevoegde waarde voor alle gebiedsgerichte projecten op het vlak van beheer, verdienmodellen en wet- en regelgeving. Er is onder meer een toolbox ontwikkeld en een cursus/training gebiedsgericht werken. In Zuid-Holland maken wij integraal onderdeel uit van de gebiedsgerichte aanpak van Mient Kooltuin, waarbij een projectleider bijdraagt aan de gebiedsgerichte ontwikkeling, het in beeld brengen en wegnemen van de drukfactoren en daarmee versterking van de natuurkwaliteit van het aangrenzende Natura 2000 gebied.
Stichting Deltaplan Biodiversiteit
De samenwerking met de Stichting Deltaplan Biodiversiteit blijkt van grote toegevoegde waarde voor de verbetering van de biodiversiteit in de provincie Zuid-Holland. Niet alleen zien we deze toegevoegde waarde terug in het programma All4Biodiversity en het NLPG. In 2024 zal het programma All4Biodiversity nauw aansluiten bij het netwerk van de Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel door stakeholderbijeenkomsten en communicatie gezamenlijk te organiseren. Ook benutten we het netwerk van de Stichting Deltaplan voor de uitwerking van een blauwgroen netwerk in samenhang met het landelijke Aanvalsplan Landschapselementen. Hiervoor draaien we bijvoorbeeld mee in de landelijke werkgroep groenblauwe dooradering. Ook maakt de pilot groenblauwe dooradering meet het project Prachtsloten onderdeel uit van het Aanvalspan Landschap en landelijke programma Mooi Nederland.
Boerenlandvogels
Voor de verdere uitvoering van het Actieplan Boerenlandvogels uit 2019 is meerjarige financiering beschikbaar gesteld voor de periode 2022-2027. De provincie heeft de afspraken uit het Actieplan nader uitgewerkt in een uitvoeringsagenda die is opgesteld samen met de partners (terreinbeherende organisaties, agrarische collectieven verenigd in BoerenNatuur ZH, particuliere grondbezitters, weidevogelvrijwilligers, de Faunabeheereenheid, de Natuur- en Milieufederatie en de waterschappen). Concrete maatregelen zijn een jaarlijkse openstelling van de subsidieregeling verbetering leefgebied grutto en patrijs (Srg paragraaf 2.16), ontwikkelingsbeheer in recent ingericht weidevogelgebied, afkoop van reguliere pacht, extra inzet op monitoring, predatie tegengaan en onderzoek naar de effecten van gewasbeschermingsmiddelen op kievitskuikens.
Ook wordt geïnvesteerd in de begeleiding van weidevogelvrijwilligers en in de inrichting van weidevogelgebieden op provinciegrond, zoals in de Zuidpolder van Delfgauw en bij De Donkse Laagten. De inspanningen vanuit het Actieplan Boerenlandvogels sluiten nauw aan op het NPLG, de veenweidenstrategie, de landbouwtransitie en het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb).
Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer
Per 2023 is de nieuwe periode agrarisch natuur- en landschapsbeheer op basis van het Nationaal Strategisch Plan (de opvolger van het Plattelands Ontwikkelings Programma (POP3) ingezet. In 2024 wordt het agrarisch natuur- en landschapsbeheer voortgezet. In deze periode zal de inzet voor biodiversiteitsdoelen zoals die binnen POP3 bestond, worden gecontinueerd en komt er door extra Europese cofinanciering meer budget beschikbaar voor de uitvoering van het Aanvalsplan Grutto en voor klimaat en waterdoelen. Ook het Ministerie van LNV draagt extra bij voor de uitvoering van het Aanvalsplan Grutto.
Beleidsprestatie 5-1-3 Faunabeheer
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
We voeren de wettelijke VTH taken in het kader van de Wet Natuurbescherming uit (via de omgevingsdiensten) door:
- Het soortenbeleid wat in 2023 door Provinciale Staten is vastgesteld te gaan implementeren en te verbinden met de andere opgave binnen de provincie (bijvoorbeeld de woningbouw- en energieopgave).
- Binnen het faunabeheer streven wij naar een gezond evenwicht in populaties en wegen we zorgvuldig de belangen van natuur en samenleving af. Waar nodig treffen we maatregelen, ten behoeve van biodiversiteit, openbare veiligheid en volksgezondheid en beperking van (landbouw)schade.
- Vergunningverlening, toezicht en handhaving voor gebieds- en soortenbescherming, faunabeheer en houtopstanden.
- Verantwoordelijkheid te dragen voor bestrijding/beheer van het merendeel van de door de minister aangewezen invasieve soorten (exoten).
Beleidsdoel 5-2 Toekomstbestendige landbouw
Beleidsprestatie 5-2-1 Vitale landbouw
Het landbouwdossier is in beweging. De urgentie en maatschappelijke druk nemen toe terwijl de nodige kaders en beschikbare middelen vanuit het Rijk nog niet helder zijn. Dat maakt de plannen van de provincie dynamisch en moeilijk voorspelbaar. Er is een sterke relatie met de doelen van het NPLG, ook de niet-stikstof gerelateerde doelen biodiversiteit, waterkwaliteit en klimaat. De gevolgen van klimaatverandering zijn al voelbaar voor de landbouw. Wij gaan samen met de agrariërs aan de slag om goede keuzes te maken voor een toekomstbestendige sector. De keuzes kunnen per regio verschillen en raken aan de uitwerking van de gebiedsplannen die opgesteld worden vanuit het NPLG. De benodigde acties voor een toekomstbestendige landbouw kunnen in de Duin-en Bollenstreek anders zijn dan in de Zuid-Westelijke Delta of het Veenweidegebied. In het ene gebied speelt verzilting van landbouwgrond meer dan in het andere, waar misschien uitputting van de bodem aan de orde is. Maar in alle gebieden werken we samen met onze partners aan beperking van stikstofuitstoot, tegengaan van het verlies van biodiversiteit en verbetering van de waterkwaliteit.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- Opgedane kennis op de thema’s kringlooplandbouw, bodemkwaliteit, verdienmodellen en natuurinclusiviteit via proeftuinen, Veenweide Innovatiecentrum, Groene Cirkels en werkplaatsen evalueren en zo nodig vertalen naar omgevingsbeleid.
- In gebiedscoalities waaronder de voedselfamilies verder werken aan de transitie van de landbouw en zorgen voor opschaling van successen.
- De actielijn landbouw-stikstof uitvoeren als onderdeel van de uitvoeringsagenda stikstof ZH.
- De regionale strategieën waaronder de Veenweidestrategie uitvoeren en vertalen naar NPLG doelen.
- Aansluiten op de opgaven circulaire economie, stikstof, bodemdaling, klimaat, voedsel, biodiversiteit, waterkwaliteit en energie.
- Versterken samenwerking greenports.
- Bottom-up initiatieven en kavelruil die bijdragen aan de doelstellingen voor vitale landbouw met kennis en subsidie ondersteunen.
- Deelnemen in programma’s Rijk / Europa, waaronder vorming van nieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid en deelname in regiodeal bodemdaling Groene Hart, Interbestuurlijk Programma en Klimaatakkoord landbouw & landgebruik.
- Vraaggericht ondersteunen van Zuid-Hollandse agrariërs door bijvoorbeeld coaching, bedrijfskundig advies en loketfunctie voor samenwerking met de overheid.
IBP Zuidwestelijke Delta
Het in 2020 gestarte Interbestuurlijk programma Vitaal platteland Zuidwestelijke Delta is goed op gang gekomen en wordt in 2023 voortgezet. Het Ministerie van LNV heeft een specifieke uitkering beschikbaar gesteld om het gebiedsplan uit te voeren. In drie broedplaatsen worden projecten ontwikkeld en uitgevoerd: volhoudbare landbouw, zoet water, genieten en beleven. Hierbij werken we samen met provincie Zeeland, provincie Noord-Brabant, waterschappen, gemeenten en maatschappelijke stakeholders in de Zuidwestelijke delta. 2024 is het laatste jaar van uitvoering van het IBP Vitaal Platteland Zuidwestelijke Delta. De financiële afwikkeling van het programma vindt in de eerste helft van 2025 plaats.
POP3/ GLB-NSP
Met het GLB-NSP komt er in totaal € 46 miljoen beschikbaar voor de landbouw en het landelijk gebied in Zuid-Holland. In 2024 zal het grootste deel van de middelen (circa € 20 mln) worden opengesteld. De te verlenen subsidies leiden tot realisatie in de periode 2025-2029.
Beleidsprestatie 5-2-2 Aanpak Bodemdaling (landelijk gebied)
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Veenweiden
Samen met overheden en maatschappelijke partijen in de veenweidegebieden ontwikkelen van de Strategie Veenweide volgens de afspraken uit het Klimaatakkoord, onderdeel landbouw & landgebruik. Dit wordt nu via een integrale en gebiedsgerichte aanpak voorgezet in het kader van het Zuid-Hollandse Programma Landelijk Gebied. Dit leidt tot een startbeslissing per kern/deelgebied.
Naast deze implementatie, is een verdere kennisontwikkeling en beleidsvorming rond het veenweidevraagstuk (water-bodem-gebruik) nodig. In overleg met de medeoverheden, maatschappelijke partijen, kennisinstituten en andere partners wordt hieraan gewerkt.
Klimaat en Bodemdaling
Wij zijn penvoerder van, en actief in de Interbestuurlijk Programma’s Vitaal Platteland Hollands-Utrechtse Veenweide en Zuidwestelijke Delta waarbij het gaat om (transitie naar) een volhoudbare agrarische toekomst.
Verder ondersteunen wij nieuwe verdienmodellen en innovatieve oplossingen die kunnen bijdragen aan een andere vorm van landgebruik. Daarnaast faciliteren we kennisontwikkeling en kennisdeling gericht op bodemdaling en bijbehorende handelingsperspectieven door onder andere:
- Nationaal onderzoek Broeikasgassen uit veen;
- Veenweiden Innovatie Centrum;
- Structurele kennisborging en -deling via het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling.
Groene Cirkels
Binnen de verschillende Groene Cirkels worden netwerken gebouwd om samen met partners te werken aan verduurzaming. Groene Cirkels raakt aan verschillende provinciale opgaven waaronder toekomstbestendige landbouw en bodemdaling, maar ook breder (gezondheid, duurzame mobiliteit, biodiversiteit, klimaatadaptatie). In 2023 werken we op het gebied van toekomstbestendige landbouw aan:
- Ontwikkeling van (praktijk)kennis en nieuwe verdienmodellen voor de landbouw op de thema’s bodemdaling, reductie van (agrarische) emissies, waterkwaliteit, biodiversiteit en circulaire landbouwprocessen (Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling);
- Een gezonde en adaptieve bodem en een natuurlijk systeem (Groene Cirkel Farm Frites).
- De vraag naar duurzame agrarische producten voor een gezond voedselsysteem (Groene Cirkel Tuin van Holland).
De overige cirkels dragen op een meer indirecte wijze bij aan toekomstbestendige landbouw: kringlopen sluiten waarbij de landbouw één van de partners is (Groene Cirkel Heineken) en biodiversiteit versterken (Groene Cirkel Groene gezonde stad, Groene Cirkel Heineken en Groene Cirkel Bijenlandschap).
Beleidsdoel 5-3 Leven met water
Beleidsprestatie 5-3-1 Waterveiligheid
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- Kennis inbrengen over waterveiligheid en -kwaliteit in het ZH-PLG om te borgen dat deze onderwerpen verankerd worden in de gebiedsplannen voor het ZH-PLG.
- Kennis over waterveiligheid en -kwaliteit inbrengen in en meewerken aan de ruimtelijke puzzel en water en bodem sturend.
- Voor de regionale waterkeringen werken we samen met de provincies Utrecht en Noord-Holland en de inliggende waterschappen. De regionale waterkeringen, die door de provincie zijn aangewezen en genormeerd, worden door de waterschappen gemonitord, getoetst en verbeterd. Hierover rapporteren de waterschappen jaarlijks aan GS. Deze informatie wordt gebundeld aangeboden aan PS.
- Tijdens dreigende hoogwatersituaties of langdurige droogte informeren wij het college actief over de verantwoordelijkheden van de provincie en handelingsperspectief voor het college. Tijdens langdurige droogte leveren wij provinciale inbreng in het regionaal droogte-overleg Midden West Nederland.
- We werken samen met andere partijen aan de ontwikkeling van nieuwe (overstromings)modellen. Een voorbeeld hiervan is de samenwerkingsovereenkomst met de provincies Utrecht en Noord-Holland en de Hoogheemraadschappen De Stichtse Rijnlanden, van Rijnland, van Delfland, van Schieland en de Krimpenerwaard en van Amstel, Gooi en Vecht, waarin we werken aan het Randstad Overstromingsmodel Instrumentarium (ROI).
- De provincie heeft de taak om normen vast te stellen voor de bergings- en afvoercapaciteit van het regionale watersysteem. Na de extreme wateroverlast en overstromingen in Limburg in de zomer van 2021 heeft de minister een beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater opgericht. De beleidstafel adviseert om de aanpak en normering wateroverlast te verbreden. De provincie gaat in gesprek met de waterschappen over wat dit betekent voor de normering wateroverlast tot en ná 2027. De provincie werkt mee en draagt bij aan onderzoek naar de gevolgen van bovennormatieve wateroverlast.
- De provincie heeft vanuit de EU-Richtlijn overstromingsrisico’s (ROR) de taak om de overstromingsgevaar- en -risicokaarten actueel te houden. Verder nemen wij namens alle provincies deel aan de ROR-werkgroep ‘Kaarten’, werken wij mee aan een landelijk project om bestaande overstromingsinformatie in de Landelijke Databank Overstromingsgegevens (LDO) te verbeteren en aan de implementatie van een Landelijke Voorziening Overstromingsinformatie.
- Samen met waterschappen en veiligheidsregio’s het beleid voor meerlaagsveiligheid verder uitwerken op basis van de verkennende studies die in 2022 en 2023 zijn uitgevoerd.
- Regionale strategieën van het Deltaprogramma uitvoeren, samen met andere partners in de regio in het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden, Zuidwestelijke Delta en deltaprogramma Zoetwater. Met onze inzet verbinden we de opgave en ambities van de provincie met deze strategieën.
- Voor de Haringvlietmonding samen met de betrokken partners een visie ontwikkelen hoe om te gaan met de verzanding die daar optreedt. Daarbij is het de uitdaging de belangen van waterveiligheid, economie, recreatie en natuur goed te combineren.
- We participeren in het kennisprogramma Zeespiegelstijging van het Deltaprogramma, zodat we de regionale opgaven aan de kust aanpakken in samenhang met de nationale opgaven.
- Projectplannen goedkeuren bij dijkversterkingen van de waterschappen (na invoering van de Omgevingswet wordt dit het projectbesluit. De projectbesluiten kunnen dan ook over andere waterstaatswerken gaan).
Beleidsprestatie 5-3-2 Waterbeschikbaarheid en kwaliteit
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- In het ZH PLG zijn de doelen opgenomen om te voldoen aan de Europese normen in 2027, KRW-maatregelen zijn hiermee gekoppeld aan (fondsen voor) realisatie van natuur en duurzame landbouw. Het gaat om bestaande maatregelen die zijn afgesproken in het regionaal waterprogramma Zuid-Holland 2022-2027 en de waterbeheerprogramma’s waterschappen en maatregelen die via het ZH-PLG worden afgesproken - onder voorbehoud van financiering uit het Transitiefonds - in het gebiedsprogramma en de drie gebiedsplannen.
- Goede kwaliteit oppervlakte- en grondwater tot stand brengen, monitoren en voldoen aan de Europese normen (Kaderrichtlijn Water) in 2027. De provincie werkt samen met andere overheden en stakeholders in het deelstroomgebied Rijn-West aan maatregelen om de KRW-doelen in 2027 te behalen.
- Duurzame zoetwatervoorziening: samenwerking in het Deltaprogramma Zoetwater om weerbaar te worden tegen droogte. De provincie faciliteert de realisatie van een aantal maatregelen uit het Deltaplan Zoetwater door subsidie aan te vragen uit het Deltafonds. De provincie neemt deel aan de praktijkpilot De Hooghe Beer (follow-up Coastar). Kennis over waterbeschikbaarheid wordt ingebracht in de uitwerking van het ZH-PLG en de ruimtelijke puzzel, water en bodem sturend.
- Bijdrage leveren aan onderzoek en innovatieve maatregelen om de waterkwaliteit en zwemwaterkwaliteit te verbeteren via de Subsidieregeling Groen, paragraaf Waterkwaliteit.
- Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet en het tegelijkertijd vervallen van de Wet bodembescherming veranderen de verantwoordelijkheden van de provincie als bevoegd gezag voor het bodem- en grondwaterwerkveld. Deze veranderingen hebben juridische en organisatorische consequenties. Er verschuiven taken naar gemeenten, de provincie behoudt een coördinerende en regisserende rol voor onder meer grondwaterkwaliteit. De Zuid-Hollandse Omgevingsverordening is hierop aangepast en de opdrachten aan de omgevingsdiensten worden in nauw overleg herijkt.
- Vergunningverlening, Handhaving en Toezicht: met de Omgevingsdiensten worden afspraken gemaakt en belegd in de werkplannen 2024 over VTH-taken in de grondwaterbeschermingsgebieden, hergebruik afvalwater en aanvullende strategische voorraadgebieden voor drinkwater.
- Bronnen voor drinkwaterproductie en -infrastructuur ruimtelijk beschermen.
- De beschikbaarheid van voldoende drinkwater staat onder druk door klimaatverandering, zorgwekkende stoffen (PFAS) en toenemende vraag als gevolg van verstedelijking (onder meer woningbouwopgave). In samenwerking met drinkwaterbedrijven Oasen en Dunea wordt een MER-procedure doorlopen in de zoektocht naar nieuwe bronnen voor drinkwater om aan de drinkwatervraag te kunnen voldoen.
- Zwemwaterlocaties in oppervlaktewater aanwijzen (informatieborden plaatsen) en controleren op hygiëne en veiligheid. Website zwemwater.nl actueel houden (publieksvoorlichting). Aansturen en financieren werkplan Omgevingsdienst Midden-Holland onderdeel zwemwater.
- De kwaliteit van zwemwater staat onder druk door klimaatverandering (vorming van blauwalg) en lokale verontreiniging door bijv. watervogels. We gaan in gesprek met de waterschappen over de blauwalgenproblematiek en met terreinbeheerders over verontreiniging door vogels.