Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, hebben we deze vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 1-1 Beter Bestuur
Beleidsprestatie 1-1-1 Sterke gemeenten
Eind 2022 is de eindrapportage van het programma Beter Bestuur opgeleverd. In 2024 zullen we in ieder geval de visie met haar vier programmalijnen continueren en acties voor een nieuw programma voorbereiden. De volgende onderwerpen en acties pakken we op:
- Effectief en presterend: we ondersteunen gemeenten met samenwerking effectiever opzetten en doelstellingen behalen. We bouwen voort op de initiatieven die we samen met diverse regio’s al hebben ontplooid. Voorbeelden zijn de uitvoeringsagenda van de Duin- en Bollenstreek , de propositie Delft en de onderzoeken naar de bestuurlijke regionale ecosystemen in Zuid-Holland Zuid en Midden-Holland. Het besluit van het kabinet om in de periode 2022 – 2024 middelen beschikbaar te stellen voor nieuwe regiodeals biedt kansen voor onze regio’s. We stemmen af met Rijk en regio’s en stimuleren regio’s om de regiodeals zo optimaal mogelijk in te zetten.
- Responsief en verbonden: we blijven de goede relaties met de Vereniging van Zuid-Hollandse gemeenten (VZHG) en Zuid-Hollandse Vereniging van Kleine Kernen continueren en gezamenlijke congressen voorbereiden. Ook blijven we advies en trainingen aanbieden aan gemeenten en waterschappen over participatie, zoals die in relatie tot de Omgevingswet. Extra aandacht gaat uit naar kennismakingen en ontmoetingen van het nieuwe college en PS met andere overheden, maatschappelijke partners, bedrijven en inwoners.
- Robuust en integer: we blijven ons inzetten voor goede interbestuurlijke verhoudingen, inclusief de financiële aspecten daarvan: ‘geen taken zonder knaken’. Er is nog veel onduidelijk over de toekomstige financiële situatie en financieringssystematiek van decentrale overheden. We blijven waar nodig of gewenst begrotingsscans uitvoeren en kennis en goede voorbeelden delen vanuit ons financieel toezicht. Verder coördineren wij de besteding van impulsgelden van BZK, die bestemd zijn om de interne weerbaarheid en slagkracht van kleine(re) gemeenten te versterken bij ondermijning en andere vormen van oneigenlijke druk.
- Wij willen op mede-initiatief van de VZHG een nieuw instrument ontwikkelen voor gemeenten met de focus op zelfreflectie, leren en verbeteringen, om zo een objectief inzicht te krijgen in het eigen functioneren. Vergelijkbaar met bijvoorbeeld de wijze waarop universiteiten en hogescholen regelmatig intervisietrajecten organiseren via peer reviews. Dit instrument, met als werktitel ‘de spiegel’, willen wij samen met drie pilotgemeenten ontwikkelen.
- Lerend en innoverend: In 2022 is het kennis- en netwerkplatform Zuid-Holland Academie gelanceerd. Deze academie willen wij actief met onze partners programmeren met onderzoeken, bijeenkomsten, workshops, presentaties en andere evenementen. Verder willen wij de Subsidieregeling Interbestuurlijke Samenwerking herijken, zodat deze beter aansluit op onze visie op goed openbaar bestuur in Zuid-Holland en deze vier programmalijnen.
Deze en nog andere acties zullen deel uitmaken van het nog uit te werken ondersteuningsprogramma dat we gaan uitwerken als vervolg op het programma Beter Bestuur (2020-2023).
Beleidsprestatie 1-1-2 Vitaal provinciaal bestuur
Welke maatregelen zien we in de beleidsprestatie?
- Het college van Gedeputeerde Staten bestaat deze collegeperiode, naast de commissaris van de Koning, uit zeven gedeputeerden. Gedeputeerde Staten geven uitvoering aan het Coalitieakkoord 2023-2027 Krachtig Zuid-Holland’. In het declaratieregister van Gedeputeerde Staten, dat eens per kwartaal verschijnt, worden de bestuurskosten van Gedeputeerde Staten vermeld.
- De provinciale organisatie wil weerbaar, betrouwbaar, transparant en legitiem zijn en integer handelen. Om meer weerbaar te zijn, pakken we ondermijning aan en voeren we de Wet Bibob uit (Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur). Ook bevorderen we kennisdeling over de Wet Bibob tussen gemeenten en omgevingsdiensten onderling. We werken als provincies samen aan de ontwikkeling van een toolbox Interne Weerbaarheid Provincies. Dit instrumentarium zetten we in om kwetsbaarheid van bestuur en organisatie te voorkomen en te verkleinen. Dat doen we door risico’s te (her)kennen en integer en bewust handelen (nog meer) te bevorderen. Ook blijven we aandacht houden voor de capaciteit om verzoeken te behandelen in het kader van de Wet open overheid (Woo). De trend van de verzoeken onder (voorheen) de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) van de afgelopen jaren zet ook onder de Woo onverminderd door. Verzoeken betreffen met regelmaat complexe en/of politiek-bestuurlijk gevoelige onderwerpen en zijn vaak omvangrijk. Deze trend vraagt om voortdurende bijsturing van ons (digitale) Woo-proces, zodat we de verzoeken efficiënt kunnen behandelen
- Door samenwerking binnen het Interprovinciaal Overleg (IPO) gaat Zuid-Holland strategische allianties aan om relevante wet- en regelgeving te beïnvloeden. Voor onze lobby- en beïnvloedingstrajecten op nationaal niveau versterken we de komende periode onze functie Public Affairs. Ook gaan we een strategische lobbyagenda opstellen. Zo brengen we de Zuid-Hollandse belangen tijdig op de juiste plekken voor het voetlicht. Waar mogelijk bundelen we onze lobbykracht met partners uit de regio, zoals bij de Groeiagenda.
- De maatschappelijke opgaven van onze regio stoppen niet bij de provinciegrens en worden ook beïnvloed door internationale ontwikkelingen. Wij werken dan ook internationaal samen. Internationale activiteiten -zoals lobby op wet- en regelgeving uit Brussel, kennisdelen met andere regio’s in netwerken, participeren in Europese projecten- dragen allemaal bij om onze provinciale doelen te behalen. We werken ambtelijk en bestuurlijk samen met verschillende partners, zowel uit Nederland (zoals in EBZ-verband, met de Randstadprovincies, of in het Huis van de Nederlandse Provincies), als uit Europa (bv met de regio’s Vlaanderen en Noordrijn-Westfalen) en internationaal (China).
Programma Omgevingsbeleid
We hebben een actuele en digitale langetermijnagenda Omgevingsbeleid, Omgevingsvisie, Omgevingsverordening en Omgevingsprogramma. Het omgevingsbeleid is modulair vormgegeven, dit betekent dat we continu werken aan actualisatie.
Programma Stikstof
Provincies zijn verantwoordelijk voor de bescherming van de Natura 2000-gebieden binnen hun grenzen. Door te grote stikstofdepositie op verschillende Natura 2000-gebieden in Nederland is het echter niet mogelijk om die gebieden op een goede manier in stand te houden. In Zuid-Holland gaat het om dertien stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Met de uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS) van 29 mei 2019 is de vergunningverlening voor activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken grotendeels stil komen te liggen. Op 10 december 2019 hebben Gedeputeerde Staten het plan van aanpak voor het programma stikstof vastgesteld (‘Naar een gebiedsgerichte aanpak Natura 2000/stikstof’) voor uitvoering in 2020 en verder. In maart 2021 hebben Gedeputeerde Staten de Eerste Uitvoeringsagenda Stikstof vastgesteld (‘Eerste Uitvoeringsagenda Stikstof’). In deze uitvoeringsagenda is de aanpak en uitvoering van het stikstofdossier beschreven.
Met de startnotitie Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) die het Rijk op 10 juni 2022 heeft vastgesteld wordt de stikstofopgave in het landelijk gebied samen met natuur, water en klimaat integraal aangepakt. Hiervoor is het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG) opgericht. Sinds het ZH-PLG richt het Programma Stikstof zich voornamelijk op twee sporen: 1) het reduceren van stikstofemissies voor natuurherstel en 2) het middels vergunningverlening mogelijk houden van maatschappelijke en economische ontwikkelingen. Deze worden hieronder toegelicht.
Ten eerste het reduceren van stikstofemissies voor natuurherstel (ammoniak en stikstofoxiden). Hierbij geldt dat alle sectoren een bijdrage moeten leveren aan de reductie van stikstofemissies. Maatregelen voor ammoniakreductie, zowel generiek als gebiedsgericht, zullen landen in het ZH-PLG. Het toetsbaar voorontwerp hiervan is vrijgegeven door GS en voor 1 juli 2023 met het Rijk gedeeld. Deze plannen zijn voor het Rijk de basis om de middelen uit het Transitiefonds aan de provincies beschikbaar te stellen om, onder andere, stikstofemissies te reduceren. Het gaat daarbij om onder meer innovatieve maatregelen en mogelijkheden voor aankoop, verplaatsing of extensivering van agrarische bedrijven. De provincie heeft beperkte eigen middelen voor innovatie, aankoop en cofinanciering van rijksregelingen. Daarom wordt ook ingezet op rijksmiddelen uit het transitiefonds. Ook het reduceren van stikstofoxidenemissies is een essentieel onderdeel van de stikstofaanpak. Hiervoor lopen stikstof actielijnen voor het Haven Industrieel Complex (HIC), verduurzaming van het stedelijk netwerk en mobiliteit.
Het tweede spoor richt zich op het mogelijk houden van maatschappelijke en economische ontwikkelingen via de vergunningverlening. De Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) voert de vergunningverlening uit in opdracht van de provincie. ODH hanteert bij vergunningverlening de beleidsregels rondom salderen en voert regie op het benutten van de Depositiebank algemeen Zuid-Holland en de Depositiebank Haven Industrieel Complex. Deze kunnen benut worden, mits partijen zorgdragen voor vulling. Het Rijk is verantwoordelijk voor legalisering van de meldingen onder het PAS. Omdat de legalisering te lang op zich laat wachten heeft de provincie hier een actieve rol in gepakt. In het plan van aanpak PAS-melders dat in december 2022 is vastgesteld in PS, is de aanpak van het dossier PAS-melders voor de jaren 2023 en verder beschreven. Het Rijk heeft versnellingsgelden ter beschikking gesteld aan de provincies om PAS-melders sneller te kunnen legaliseren.
In IPO-verband en met het Rijk werken we ook in 2023 verder aan de lange termijnaanpak van de stikstofproblematiek en ontwikkelen wij een visie voor de toestemmingsverlening op de lange termijn.
Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG)
Het voorontwerp ZH-PLG is op 1 juli 2023 vrijgegeven voor toetsing door het rijk, ecologische autoriteit en de het planbureau voor de leefomgeving. In 2024 wordt:
- Het voorontwerp, inclusief planMER, doorontwikkeld naar het door PS vast te stellen ZH-PLG (voorlopige planning derde kwartaal 2024).
- Een eerste aanvraag rijksmiddelen ingediend voor de uitvoering van projecten met breed draagvlak.
- Toegewerkt naar startbeslissingen per deelgebied. De startbeslissing bevat scope en aanpak van een verkenning naar oplossingsrichtingen voor opgaven per deelgebied.
Programma inclusief Zuid-Holland
Inclusief Zuid-Holland richt zich op gelijke kansen voor alle inwoners van de provincie. GS kiezen ervoor dit in het vervolg niet vanuit een afzonderlijk programma vorm te geven. Het thema is integraal onderdeel van iedere ambitie. Om die reden werken we aan een digitaal platform voor kennisdeling en ontmoeting.
Beleidsdoel 1-2 Sterke Samenleving
Beleidsprestatie 1-2-1 Innovatieve participatie en communicatie
Welke maatregelen zien we in de beleidsprestatie?
Innovatieve participatie
Participatie is een belangrijk principe om een sterke samenleving te bereiken. Participatie heeft als doel om tot betere plannen en besluiten te komen en daarmee het draagvlak voor besluitvorming te vergroten.
- Effectief & presterend: om participatie naar een hoger plan te tillen, blijven we invulling geven aan de in 2018 vastgestelde participatienotitie .
- Responsief & verbonden: samen met een aantal Zuid-Hollandse gemeenten maken we gebruik van de open source participatiesoftware van ‘Open Stad’. Dit instrument voor online participatie kan helpen om beter aan te sluiten bij ideeën in de samenleving en verbinding met medeoverheden te leggen door ervaringen te delen. Door corona zijn online tools van grote toegevoegde waarde. Wij gaan ervan uit dat ook na deze pandemie online participatietools zoals Open Stad in een behoefte blijven voorzien.
- Robuust & integer: we willen verschillende groepen inwoners bereiken en streven ernaar een zo breed mogelijk palet aan perspectieven in beeld te hebben. Zo willen we voorkomen dat door participatie voor bepaalde groepen juist extra drempels worden gecreëerd. We continueren daarom experimenteren met vernieuwende vormen van participatie. Offline en ook online.
- Lerend en innoverend: wij richten ons erop diverse participatievormen in concrete beleids- en uitvoeringstrajecten in praktijk te brengen. Daarbij staat leren van onze ervaringen centraal. We monitoren participatietrajecten en delen de lessen actief binnen de provinciale organisatie.
Beleidsprestatie 1-2-2 Maatschappelijke ontwikkelingen
Welke maatregelen zien we in de beleidsprestatie?
- De ontwikkelingen van de afgelopen jaren (coronapandemie, internationale conflicten, verschillende vormen van tweedeling in de maatschappij) betekenen dat we met nieuwe vraagstukken te maken hebben waar zowel kansen als bedreigingen uit voortkomen. De strategische kennisfunctie helpt de provinciale organisatie en verwante kennispartners om kennis te bundelen, vanuit diverse perspectieven vooruit te kijken en handelingsperspectieven te ontwerpen.
- Effectief en presterend: om de doelmatigheid en doelgerichtheid van beleid te verbeteren, zullen we nieuwe inzichten op basis van strategische kennis ook inzetten voor onze lobbytrajecten, bijvoorbeeld op het terrein van het sociaal domein.
- Responsief en verbonden: we verspreiden deze strategische kennis tijdig en actief binnen ons netwerk, ook zonder dat we al antwoorden hebben geformuleerd op vraagstukken.
- Robuust en integer: een belangrijk deel van de strategische kennisfunctie wordt gevormd door thema’s rond ondermijning, integriteit en weerbaarheid.
- Lerend en innoverend: bij urgente maatschappelijke ontwikkelingen ondernemen wij gericht actie om het gezamenlijk leren binnen het netwerk te stimuleren. Daarnaast doen we eigenstandig onderzoek naar sector overstijgende maatschappelijke vraagstukken in de vorm van een strategische kennisfunctie. En we bundelen onze strategische kennis met die van andere partners naar bijvoorbeeld thema of geografie zodat we nieuwe verbanden ontdekken.
Naast provinciale bestuurstaken heeft de commissaris van de Koning (CdK) ook een aantal rijkstaken. De taken en bevoegdheden van de CdK staan in de Provinciewet en zijn verder vastgelegd in de Ambtsinstructie van de CdK. In de ambtsinstructie staat – op hoofdlijnen – beschreven welke taken de commissaris hierbij heeft:
- De CdK bevordert de door hem noodzakelijk geachte samenwerking tussen in zijn provincie werkzame rijksambtenaren en personen deel uitmakend van de krijgsmacht, en tussen deze functionarissen en het provinciaal bestuur, de gemeentebesturen en de waterschapsbesturen.
- De CdK ziet toe op het bestuurlijk functioneren van de veiligheidsregio’s, in de warme en koude fase van een crisis en maakt waar mogelijk gebruik van zijn aanwijzingsbevoegdheid;
- De CdK ziet toe op een ordelijk verloop van de procedures met betrekking tot de (her-) benoeming en ontslag van een (waarnemend-)burgemeester;
- De CdK informeert de minister bij verstoorde bestuurlijke verhoudingen in een gemeente en wanneer de bestuurlijke integriteit van een gemeente in het geding is. Hij informeert de minister daarbij tevens over de maatregelen die hij ter zake neemt.
- De CdK zendt een ingekomen voorstel tot verlening van een onderscheiding met zijn advies en het advies van de burgemeester van de woonplaats van de te decoreren persoon aan het Kapittel voor de civiele orden.
De CdK legt voor de uitvoering van deze eigenstandige taken en bevoegdheden verantwoording af aan de minister van BZK. Om die reden krijgt de CdK voor deze rijkstaken ondersteuning en advies van zijn (eigen) kabinet. De afgelopen jaren heeft het kabinet expliciet verbreding gezocht in de werkzaamheden en wordt er vaker dan voorheen de verbinding gelegd met provinciale opgaven (regionale samenwerking en ondermijning). Ook worden er taken uitgevoerd voor provinciale doelstellingen die de bevoegdheid van de CdK raken. Denk bijvoorbeeld aan integriteit van provinciale bestuurders, coördinatie van het asielvraagstuk en van de provinciale crisisorganisatie.
Potje voor de Provinciale Staten
In het coalitieakkoord is het “Potje voor Provinciale Staten” geïntroduceerd,. Er is financiële vrije ruimte voor Provinciale Staten waaruit breed gedragen Stateninitiatieven kunnen worden bekostigd. Hiervoor is jaarlijks € 0,5 mln beschikbaar.