Ambitie 2 Bereikbaar Zuid-Holland
Begrotingssubsidies 2024 in vergelijking met 2023 (in €)
Beleids-doel | Naam instelling | Maximaal te subsidiëren 2023 | Kadernota | Begroting 2024 | Maximaal te subsidiëren 2024 |
---|---|---|---|---|---|
2.1 | Vereniging Fietsersbond | 43.000 | 43.000 | 43.000 | |
2.1 | Prorail Utrecht t.b.v. project viersporig Schiedam | 404.700 | |||
2.1 | AquaSwets BV t.b.v. veerdienst Maassluis-Rozenburg | 497.500 | |||
2.1 | Ministerie van I&W t.b.v. innovatieve aanpak A15 | 1.008.500 | |||
2.1 | Damen Financial Participations B.V t.b.v. veerdienst Maassluis-Rozenburg | 650.000 | 1.300.000 | 1.300.000 | |
2.1 | Stichting roeifaciliteiten Laga t.b.v. verhuizing roeivereniging | 395.000 | |||
2.1 | Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid t.b.v. bijdrage mobiliteitsmanagement A20 NKG | 400.000 | |||
Totaal | 3.398.700 | 1.343.000 | 1.343.000 |
Toelichting begrotingssubsidies 2024
De begrotingssubsidie aan Vereniging Fietsersbond voor een bedrag van € 43.000 (beleidsdoel 2-1)
In 2016 hebben provincie Zuid Holland en de Fietsersbond een samenwerkingsovereenkomst getekend om de reeds bestaande samenwerking een structurele basis te geven. Deze samenwerkingsovereenkomst is na 3 jaar van rechtswege beëindigd. Sindsdien wordt ieder jaar naar de eventuele voortzetting en de invulling van een eventueel te verlenen subsidie gekeken. Daarvoor dient de Fietsersbond voor 1 oktober een aanvraag en activiteitenplan in.
De begrotingssubsidie is gewenst om gebruik te kunnen maken van de kennis van de leden van de Fietsersbond met betrekking tot het fietsen en in het bijzonder het fietsnetwerk in Zuid Holland. Dit draagt bij aan de Beleidsprestatie 2-1-2 Passend en efficiënt personenvervoer.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 2-1-2 Passend en efficiënt personenvervoer. Zuid Holland investeert in fietsinfrastructuur met het doel dat inwoners en bezoekers verder en vaker fietsen. Een toename van het fietsverkeer draagt bij aan bereikbaarheid van de provincie, aan gezondheid van de fietsers en aan leefbaarheid van de omgeving van de infrastructuur. Fietsverkeer produceert geen lawaai of ongezonde stoffen. Kennis van de Fietsersbond helpt bij het bepalen van de meest relevante (infrastructurele) projecten.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 43.000 en deze op te nemen in de begroting.
De begrotingssubsidie aan Damen Financial Participations B.V t.b.v. veerdienst Maassluis-Rozenburg voor een bedrag van € 1.300.000 (beleidsdoel 2-1)
Damen Financial Participations B.V. exploiteert de veerdienst Maassluis-Rozenburg op grond van de tijdelijke exploitatieovereenkomst met de provincie tot het moment dat er door middel van een Europese aanbesteding een nieuwe exploitant kan worden gecontracteerd. Aan Damen Financial Participations B.V. wordt hiervoor, conform de besluitvorming van PS op 5 juli 2023 in beginsel een subsidie beschikbaar gesteld van € 1.300.000 (exclusief LBI- indexering) voor de exploitatie 2024 van de veerdienst Maassluis-Rozenburg. Hiervan wordt € 1.200.000 begroot in de vorm van een begroting-boekjaarsubsidie voor de exploitatie van de veerdienst. Bij de verlening wordt gewerkt met een voorlopig LBI Bus Diesel Index, die door DOVA, het samenwerkingsverband van vervoerautoriteiten, wordt berekend. Na afloop van het subsidiejaar wordt deze met een definitieve index gecorrigeerd. € 100.000 wordt gereserveerd voor de opvang van een mogelijke inkomstenderving van Damen Financial Participations B.V., indien de opbrengsten van de kaartverkoop tegenvallen. (De provincie garandeert de minimale reizigersopbrengsten van de veerdienst van € 350.000 per jaar, op basis van de afspraken in de tijdelijke exploitatieovereenkomst met Damen.). De subsidie wordt verantwoord in beleidsdoel 2-1 Snel van A naar B. De exploitatiebijdrage van € 1.200.000 wordt gedekt uit de algemene middelen, de reservering voor de inkomstenderving van € 100.000 uit de reserve Mobiliteit.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 2-1-2 Passend en efficiënt personenvervoer. Dit draagt bij een sociaal, veilig, betrouwbaar, betaalbaar, beschikbaar en comfortabel vervoer van reizigers uitgevoerd door de exploitant van veer Maassluis-Rozenburg.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument. De exploitatie van de veerdienst geschiedt op basis van de tijdelijke exploitatieovereenkomst met Damen voor de veerdienst Maassluis-Rozenburg, waarin ook de (geïndexeerde) subsidieverstrekking is vastgelegd voor de komende jaren. Er zijn daarom geen alternatieven voor het instrument subsidieverlening.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 1.300.000 en deze op te nemen in de begroting.
Boekjaar- en projectsubsidies 2024 in vergelijking met 2023 (in €)
Beleids-doel | Subsidie-regeling-nummer | Titel van regeling | Maximaal te subsidiëren 2023 | Kadernota 2024 | Begroting 2024 | Maximaal te subsidiëren 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|
2.1 en 2.3 | 1.6.117 | Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland | 8.877.951 | 9.777.951 | 9.777.951 | |
Totaal | 8.877.951 | 9.777.951 | 9.777.951 |
Toelichting boekjaar- en projectsubsidies 2024
Voor 1.6.117 Subsidieregeling mobiliteit Zuid-Holland een hoofdsubsidieplafond voor de paragrafen 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4 en 2.4.2 voor een bedrag van € 9.777.951 (beleidsdoel 2-1 en 2-3)
Deze subsidieregeling heeft tot doel het stimuleren van activiteiten op het gebied van gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid, de toegankelijkheid en ketenmobiliteit in het openbaar vervoer, innovatie in mobiliteit en vernieuwing en renovatie van veerponten of veerinfrastructuur rond veren en de Korte Termijnaanpak binnen het gebiedsgerichte Bereikbaarheidsprogramma Mobiliteit en Verstedelijking (MoVe). De regeling is in 2022 integraal herzien. Met de integrale herziening is de SRM vereenvoudigd en geactualiseerd en meer in overeenstemming gebracht met de regels van de Algemene wet bestuursrecht en is een regeling opgenomen voor subsidie van ketenmobiliteit om de transitie in openbaar vervoer te versterken.
Voorgesteld wordt om voor de paragrafen 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4 en 2.4.2 een hoofdsubsidieplafond op te nemen voor een bedrag van € 9.777.951. Dekking vindt plaats binnen de ambitie Bereikbaar Zuid-Holland. Voor gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid is in 2021 een meerjarige subsidie verstrekt. Deelplafond 2023 is derhalve 0.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestaties 2-2-2 Toekomstbestendige infrastructuur, 2-3-1 Duurzame mobiliteit en 2-3-2 Veilige mobiliteit. Dit draagt bij aan best bereikbare provincie door (paragraafnummer SRM):
- (2.2.2) Gedragsbeïnvloeding Verkeersveiligheid - via educatie, voorlichting, campagnes en activiteiten en instandhouding van Regionale projectgroepen Verkeersveiligheid.
- (2.2.3) Duurzamer Energieopwekking, -opslag, -besparing voor grootschalige toepassingen in infra en goedkoper toepassen van gedemonstreerde duurzame technieken in infra als bijdragen aan transitie naar een CO2 arme samenleving.
- (2.2.4) Verbeterde bereikbaarheid in de regio Rotterdam-Den Haag, met bijdrage aan de economische ontwikkeling en leefbaarheid, zoals opgenomen in de Korte Termijn Aanpak van het gebiedsprogramma Mobiliteit en Verstedelijking.
- (2.3.1) Verbeterde toegankelijkheid van OV-bushaltes. (2.3.2) Aantrekkelijker en efficiënter vervoer van en naar een OV-halte, te bereiken door deelmobiliteit en ontwikkeling van hubs en knooppunten.
- (2.3.4 en 2.4.2) In stand gehouden en verduurzaamde Zuid-Hollandse veren voor het overzetten van forensen en scholieren en recreanten als bijdragen aan bereikbaarheid en leefbaarheid.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrumenten. De te subsidiëren maatregelen betreffen kleinschalige maatregelen en activiteiten door gemeenten, vervoerders, wegbeheerders, ondernemers, die op korte termijn worden uitgevoerd, en snel resultaat leveren. Het betreffen maatregelen die aanvullend zijn op de uitvoering door en in beheer van de provincie. De maatregelen sluiten aan bij andere provinciale activiteiten, zoals de grotere infrastructuurprojecten, de concessies openbaar vervoer en de samenwerking in gebiedsprogramma’s met het Rijk en decentrale overheden.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om voor de paragrafen 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4 en 2.4.2 de hoofdsubsidieplafond vast te stellen op € 9.777.951 en deze op te nemen in de begroting.