Lange termijn doorkijk
In de provinciale administratie wordt de begroting vastgelegd voor t+15 jaar. Bij het opstellen van deze begroting is dat de periode tot en met 2038. Een dergelijke lange termijn doorkijk biedt de mogelijkheid om meer strategisch inzicht te verkrijgen in de inzet van de middelen en de ontwikkeling van het begrotingssaldo. Opgemerkt hierbij zij dat naarmate de tijdshorizon toeneemt ook de onzekerheid toeneemt van de verwachte inzet van middelen.
Het huidige meerjarenbeeld laat zien dat de omvang van de lasten ongeveer € 875 mln bedraagt. Aan de batenkant zijn deze lasten op de langere termijn echter niet volledig en structureel gedekt, waardoor er op termijn sprake is van een negatief begrotingssaldo. In het coalitieakkoord 'Krachtig Zuid-Holland' is daarom een financiële spelregel opgenomen dat in deze collegeperiode een herijking wordt gedaan van het beleid om in beeld te brengen hoe vanaf 2026 het structurele beleid ook structureel gedekt kan worden.
In het vervolg van deze paragraaf wordt met behulp van grafieken inzicht gegeven in de ontwikkeling van de begroting. Eerst wordt een grafiek getoond van de ontwikkeling van het lastenniveau de komende jaren. Vervolgens wordt per ambitie een grafiek getoond waarin de ontwikkeling van de dekking van de lasten is weergegeven. Voor die wijze van presenteren is gekozen, omdat fluctuaties in de omvang van de lasten veelal verklaard worden door de incidentele aard van de dekkingsbron. Dit betreft bijvoorbeeld tijdelijke specifieke uitkeringen van het Rijk of de inzet van bestemmingsreserves die een einddatum kennen.
Opbouw en verloop van de begroting: totaal en per ambitie
Totaal van de begroting
De totale omvang van de begroting fluctueert de komende jaren rond een gemiddelde van ongeveer € 875 mln. In het vervolg van deze paragraaf is per ambitie toegelicht waar die fluctuatie door wordt veroorzaakt. Dit heeft met name een relatie met de raming van lasten die gedekt worden vanuit incidentele baten, zoals specifieke uitkeringen van het Rijk of de inzet van bestemmingsreserves. Voor uitkeringen van het Rijk kan in algemene zin gesteld worden dat die weliswaar een beperkte looptijd hebben, maar dat daar in de praktijk veelal ook weer nieuwe uitkeringen voor beschikbaar worden gesteld. Omdat daar echter nog geen zekerheid over is, zijn die baten (en daarmee samenhangende lasten) nog niet geraamd.
Ambitie 1 Samenwerken aan Zuid-Holland
In de jaren 2024 en 2025 is incidenteel dekking toegevoegd vanuit de algemene middelen voor met name het Programma Stikstof. Hierover is in eerdere P&C-producten door Provinciale Staten besloten. In de jaren daarna is de omvang van de begroting voor deze ambitie stabiel.
Ambitie 2 Bereikbaar Zuid-Holland
Deze ambitie kent door de jaren heen diverse fluctuaties. Die worden met name verklaard door de raming van de lasten voor de uitvoering van het planmatige meerjarenonderhoud aan de provinciale infrastructuur. De uitvoering daarvan vindt toestandsafhankelijk plaats. Daarom bedoelen we dat het onderhoud wordt uitgevoerd wanneer dat nodig is, en dus niet volgens een vaste cyclus van bijvoorbeeld 5 jaar. De lasten die samenhangen met de uitvoering van deze werkzaamheden worden gedekt vanuit de egalisatiereserve Beheer en onderhoud. In de jaren dat er verhoudingsgewijs minder budget benodigd is dan wat er jaarlijks beschikbaar is, wordt dit gestort in de egalisatiereserve. In de grafiek is dit terug te lezen als negatieve bedragen bij ‘gedekt uit saldo inzet reserve’, bijvoorbeeld in de jaren 2028-2030.
In de jaren dat er verhoudingsgewijs meer budget benodigd is dan wat er jaarlijks beschikbaar is, wordt dit onttrokken uit de egalisatiereserve. In de grafiek is dit terug te lezen als positieve bedragen bij ‘gedekt uit saldo inzet reserve’. In het jaar 2037 is een dergelijke omvangrijke onttrekking uit de reserve voorzien. In dat jaar wordt naar verwachting groot onderhoud uitgevoerd aan de Rijnlandroute. In de jaren die daarvoor liggen wordt daar jaarlijks voor gespaard via stortingen in die reserve.
Ambitie 3 Schone energie voor iedereen
Deze ambitie kent in de jaren 2024, 2026 en 2027 een omvangrijke inzet vanuit een reserve. Dit betreft de reserve Warmteleiding Warmtelinq. In die jaren is voorzien dat er een lastneming wordt verantwoord voor de subsidie die is verstrekt aan de Gasunie voor de aanleg van een warmteleiding in Zuid-Holland.
Ambitie 4 Een concurrerend Zuid-Holland
Deze ambitie kent in 2024 een hoger saldo aan lasten dat gedekt wordt vanuit de algemene middelen dan in de jaren daarna. Dit wordt verklaard vanuit het voorstel dat in deze Begroting 2024 is opgenomen om incidenteel middelen toe te kennen voor het jaar 2024 vanuit het Coalitieakkoord ‘Krachtig Zuid-Holland’. In de jaren tot aan 2028 worden enkele reserves ingezet, zoals die voor het MIT-subsidieprogramma voor het mkb en Versterking Economie voor onder andere Energie op bedrijventerreinen en Aerospace (regiodeal Noordwijk).
Ambitie 5 Versterken natuur in Zuid-Holland
Deze ambitie kent een gelijkmatige ontwikkeling van de lasten die gedekt worden vanuit de algemene middelen, maar een forse fluctuatie aan lasten die gedekt worden vanuit specifieke baten en bestemmingsreserves. De specifieke baten betreffen ontvangen met name Rijksmiddelen in de vorm van specifieke uitkeringen. Enkele voorbeelden hier zijn middelen voor gebiedsplannen Impuls Veenweiden en het Uitvoeringsprogramma Natuur dat natuurherstel beoogd in de meest kwetsbare natuurgebieden. Een andere specifieke baat, die geoormerkt is voor een specifiek doel, betreft de inzet van de gereserveerde middelen voor het Programma '750 hectare natuur- en recreatiegebied wordt gerealiseerd’.
In de komende jaren is, naast de inzet van specifieke baten, ook voorzien dat diverse bestemmingsreserves worden ingezet om de doeleinden in deze ambitie te realiseren. Dit betreft bijvoorbeeld de inzet van de reserve Groene ambities en de inzet van de reserve NatuurNetwerk Nederland.
Ambitie 6 Sterke steden en dorpen in Zuid-Holland
Deze ambitie kent in 2024 een hoger saldo aan lasten dat gedekt wordt vanuit de algemene middelen dan in de jaren daarna. Dit wordt verklaard vanuit het voorstel dat in deze Begroting 2024 is opgenomen om incidenteel middelen toe te kennen voor het jaar 2024 vanuit het Coalitieakkoord ‘Krachtig Zuid-Holland’. In de jaren daarna kent deze ambitie meerjarig gezien een stabiel verloop van lasten die gedekt worden uit de algemene middelen.
Ambitie 7 Gezond en veilig Zuid-Holland
Deze ambitie kent in 2024 een hoger saldo aan lasten dat gedekt wordt vanuit de algemene middelen dan in de jaren daarna. Dit wordt verklaard vanuit het voorstel dat in deze Begroting 2024 is opgenomen om incidenteel middelen toe te kennen voor het jaar 2024 vanuit het Coalitieakkoord ‘Krachtig Zuid-Holland’. De specifieke baten die in deze ambitie begroot worden zijn opgebouwd uit leges die geheven gaan worden over milieubelastende activiteiten en die over bouwactiviteiten. De grondslag voor het heffen van deze leges en de te hanteren tarieven worden jaarlijks door Provinciale Staten vastgesteld in de legesverordening.
Organisatie
Organisatie kent een beperkte afname van de omvang van lasten die gedekt worden vanuit de algemene middelen. Dit wordt met name verklaard vanuit de afname van incidentele loonkosten die gedekt worden vanuit tijdelijke middelen vanuit het Rijk (specifieke uitkeringen). Omdat er nog geen duidelijkheid is over eventuele voortzetting van deze tijdelijke middelen (bijvoorbeeld voor transitieopgaven zoals het klimaatakkoord) en de hoogte daarvan zijn zowel de te ontvangen middelen als de bijhorende loonkosten nog niet opgenomen.
Ontwikkeling van de lasten
Toelichting:
De lasten stijgen de komende jaren in 2025 zelfs tot € 983 mln. Vanaf 2028 blijven de lasten gemiddeld rond de € 875 mln hangen met enkele uitschieters. Dit lasten niveau is fors hoger dan in de kadernota en de Begroting 2023. Het gevolg van structureel budget opnemen voor die beleidsonderwerpen die structureel van aard zijn. Zoals in het begrotingssaldo al te zien was past dit lasten niveau niet bij het huidige structurele baten niveau waardoor het begrotingssaldo in de toekomst negatief wordt.
Ontwikkeling van de baten
Toelichting:
Naast de baten die de provincie ontvangt vanuit het provinciefonds en de opcenten motorrijtuigenbelasting, die binnen het overzicht algemene middelen en organisatie staan, ontvangen we ook baten direct in de ambities. Met name Ambtiie 5 is afhankelijk van specifieke baten. Vanaf 2025 nemen nu de baten in Ambite 5 af en daarmee ook de bijbehorende lasten. Dit heeft te maken met de vorm van financiering die het rijk gekozen heeft voor het Nationaal plan landelijk gebied (specifieke uitkeringen)
Ontwikkeling van de saldo's bestemmingsreserves
Toelichting:
Als er uit een bestemmingsreserve meer onttrokken wordt dan toegevoegd dan nemen de lasten en of baten toe. Het saldo van de toevoegingen en onttrekkingen is hetgeen wat als inzet op de ambitie terug te zien is in de lasten. De komende jaren worden er veel bestemmingsreserves ingezet vanaf 2028 wordt er minder ingezet in de lasten en juist weer middelen toegevoegd aan de reserves. Dit vindt volledig plaats in Ambitie 2.
De bestemmingsreserves zijn reserves die met een bepaald doel zijn ingesteld. Deze bestemmingsreserves zijn bij het instellen van de reserves (uiteindelijk) gevuld vanuit/via het begrotingssaldo. De inzet van de huidige bestemmingsreserves via de ambities heeft daarom ook geen effect op het begrotingssaldo. De algemene reserve is geen onderdeel van de bestemmingsreserves en is daarom dan ook niet meegenomen in deze overzichten.
Toelichting:
Bovenstaande grafiek maakt inzichtelijk dat de totale omvang van bestemmingsreserves afneemt tot en met 2027. In de jaren daarna loopt dit weer op tot en met het jaar 2036. De toename in die jaren wordt verklaard door sparen voor groot onderhoud aan de RijnlandRoute rond 2037.
Voor verschillende bestemmingsreserves is de inzet van die middelen nog niet meerjarig in de begroting verwerkt, met name voor de periode ná 2027. Deze reserves houden daarom een constant saldo. Zodra er een realistisch beeld is bij het verwachte bestedingsritme wordt dit verwerkt via de reguliere planning- en controlcyclus. Een afname van het saldo aan bestemmingsreserves betekent ook dat de lasten in de begroting lager worden. Immers, als er geen middelen meer in de bestemmingsreserves beschikbaar zijn dan kunnen die ook niet meer ingezet worden ter dekking van daarmee corresponderende lasten.
De reserve NatuurNetwerk Nederland laat vanaf 2026 een negatieve stand zien. Dit zal bij de voorjaarsnota 2024 worden gecorrigeerd.
Reserve | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | 2035 | 2036 | 2037 | 2038 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Beheerplannen Natura 2000 en PAS | 8 | 7 | 5 | 4 | 2 | 1 | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Bereikbaarheid | 41 | 37 | 35 | 35 | 34 | 34 | 33 | 30 | 24 | 24 | 24 | 24 | 24 | 24 | 24 |
Egalisatiereserve beheer & onderhoud | 116 | 72 | 27 | 31 | 58 | 90 | 112 | 110 | 93 | 108 | 118 | 125 | 151 | 69 | 67 |
Groene ambities | 21 | 14 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 |
Interreg-cofinanciering EFRO | 3 | 2 | 0 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
IODS | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 |
MIT MKB Innovatiestimulering topsect | 11 | 6 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
MJP Bodem, ondergrond en grondwater | 23 | 23 | 22 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 |
Mobiliteit | 100 | 90 | 79 | 72 | 65 | 69 | 72 | 74 | 78 | 81 | 85 | 84 | 84 | 84 | 83 |
NatuurNetwerk Nederland | 34 | 14 | -16 | -38 | -38 | -38 | -38 | -38 | -38 | -38 | -38 | -38 | -38 | -38 | -38 |
Ontw.persp.Grevelingen/Volkerak-Zoom | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 |
Res Project duurz ontw. Zuidplaspolder | 5 | 5 | 5 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
Reserve Ontwikkelopgave natuur | 74 | 65 | 67 | 67 | 66 | 65 | 65 | 65 | 65 | 65 | 65 | 65 | 65 | 65 | 65 |
Reserve UPG 40 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Restauratie & herbestemming monumenten | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Versterking economie | 12 | 8 | 5 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 |
Regionale netwerken in Zuid-Holland | 3 | 2 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Life Science & Health | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 |
Warmteleiding Warmtelinq | 39 | 39 | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nazorg stortplaatsen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Eindtotaal | 515 | 406 | 269 | 231 | 246 | 279 | 302 | 300 | 281 | 299 | 313 | 319 | 345 | 263 | 261 |
Verloop kapitaallasten en % kapitaallasten versus de baten
Toelichting:
De kapitaallasten bestaan uit afschrijvingen en rente. De kapitaallasten zijn een gevolg van investeringen en kennen afhankelijk van het type investering een bepaalde looptijd, dit kan tot 40 jaar lang zijn. De kapitaallasten leggen een beslag op baten die de provincie binnen krijgt. Er is gekozen om het als percentage van de baten in beeld te brengen omdat daarmee beter inzichtelijk wordt welk deel van de inkomsten besteed worden aan de kapitaallasten. Het resterende deel kan voor andere doeleinden worden ingezet. Om een sluitende begroting te houden kunnen de kapitaallasten en het resterende deel niet hoger dan 100% worden.